2. Plaats de SIM-kaart.
De telefoon heeft twee sleuven voor SIM-kaarten.
U kunt dus twee kaarten plaatsen en wisselen
tussen deze kaarten.
• Plaats de SIM-kaarten in de telefoon met de
goudkleurige contacten naar beneden gericht.
• Als u twee kaarten plaatst, wordt u gevraagd
een van beide te selecteren op het moment
dat u gebruik gaat maken van een
netwerkservice.
• Als u geen SIM-kaart plaatst, kunt u alleen
gebruikmaken van niet-netwerkservice en
van sommige menu's.
p. 27
3. Plaats de batterij.
4. Plaats het batterijklepje weer terug.
17