44
5. De condensafvoerslang zo leggen, dat een minimaal 100 mm hoge sifon ontstaat. De
sifon kan op twee manieren worden gemaakt:
A) Direct onder de eenheid (geschikt voor de meeste wandinstallaties) of alternatief
B) Aan het uiteinde van de afvoerslang (geschikt voor vloerinstallaties)
A
B
Afb. 49: Sifon maken
6. De sifon vullen met min. 0,5 l water.
7. Bij het leggen direct onder de eenheid de meegeleverde slangklem gebruiken. Hiervoor
de slangklem in de opening aan de onderzijde van de eenheid bevestigen en de
condensafvoerslang door de slangklem leiden, zodat een sifon ontstaat.
Afb. 50: Kabelklem gebruiken
8. De slang naar een afvoer leiden en zorg dat deze niet wordt blootgesteld aan vorst.
Installeer het verwarmingslint om de afvoerslang, als de isolatie niet zo kan worden
uitgevoerd dat een vorstvrije afvoerslang is gewaarborgd.
9. Zorg voor een minimaal verval van 1% (1 cm/meter).
INSTALLATIE- EN SERVICEHANDBOEK VOOR PROFESSIONALS
1
Installatie: Montage
A
B