Buisleidingtraject en bevestiging
Lengte-uitzetting
Seapress XL
Opgaven voor bevestigingsafstanden moeten enerzijds het aantal
bevestigingspunten op een technisch verantwoorde maat beperken
anderzijds voorkomen dat door te grote afstanden schade door trillingen
ontstaat.
Voor de bevestiging van buisleidingen worden de afstanden in de vol‐
gende tabel aanbevolen voor de buisleidingbevestigingen:
Afstand tussen de buisklemmen
d [mm]
76,1
88,9
108,0
In de norm staan gegevens voor de exacte berekening
van de bevestigingspunten, zie
paragraaf: Buizen" op pagina 5.
Buisleidingen zetten uit bij verwarming. De warmte-uitzetting is afhan‐
kelijk van het materiaal. Lengteveranderingen leiden tot spanningen in
de installatie. Deze spanningen moeten door geschikte maatregelen
worden gecompenseerd.
Het volgende heeft zich beproefd:
Vaste punten en glijpunten
n
Uitzettingscompensatietraject (buighoek)
n
Warmte-uitzettingscoëfficiënten van CuNiFe
Materiaal
Warmte-uitzettingsco‐
CuNiFe
Bevestigingsafstand van de buis‐
klemmen [m]
Ä „Regelgeving uit de
ëfficiënt ⍺
Lengte-uitzetting bij bui‐
[mm/mK]
slengte = 20 m en
0,017
Productinformatie
4,25
4,75
5,00
Voorbeeld:
ΔT = 50 K
[mm]
17,0
10