5.
Schud de printcartridge licht heen en weer,
zodat de toner gelijkmatig in de printcartridge
wordt verdeeld.
6.
Verwijder het oranje plastic beschermkapje
van de onderkant van de nieuwe
printcartridge.
7.
Raak de afbeeldingsdrum aan de onderkant
van de printcartridge niet aan.
Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum
kunnen problemen met de afdrukkwaliteit
veroorzaken.
110 Hoofdstuk 9 Beheer en onderhoud
NLWW