Installatie- en bedieningshandleiding
9.2
Dagelijkse controles
Voer de volgende dagelijkse controles uit terwijl het product in normale bedrijfstoestand is:
•
Stabiliteit van de dauwpuntwaarde.
•
Werking van de condensaatafvoer.
•
Reinheid van de condensor
•
Cyclisch in-/uitschakelen van de koelventilator.
•
Geluidloos in normale bedrijfstoestand.
9.3
De gebruikersinterface bedienen
Voor de bediening van het product moeten de voorbereidende taken zijn voltooid.
De procedure in hoofdstuk "8 Inbedrijfstelling" op pagina 68 moet worden uitgevoerd.
1.
2.
Het product moet ingeschakeld en opgestart zijn.
Perslucht stroomt in het luchtcircuit.
3.
Watergekoelde modellen: koelwater stroomt in het watercircuit.
4.
Het condensaat wordt regelmatig afgevoerd.
5.
Hoofdstuk "3.2 Gebruikersinterface" op pagina 29 moet worden gelezen en toegepast.
6.
INFORMATIE
74 | 120
Voorbereidende taken
Oproepnummers
De hieronder genoemde oproepnummers [L#] en [B#] zijn vermeld in hoofdstuk
"3.2 Gebruikersinterface" op pagina 29.
DRYPOINT
®
RA III