Installatie- en bedieningshandleiding
1.
Sluit het product aan op het lichtnet.
Zet het product aan met de AAN-UIT schakelaar. Raadpleeg hoofdstuk
2.
"3.1 Productoverzicht" op pagina 18.
3.
Wacht twee uur zodat de koelmiddelolie van de compressor kan opwarmen.
4.
Watergekoelde modellen: sluit de koelwatertoevoer aan.
5.
Watergekoelde modellen: controleer de regelmatige watertoevoer in het watercircuit.
Start het product door drie seconden op de START-STOP knop op de gebruikersinterface te
6.
drukken. Raadpleeg hoofdstuk "3.2 Gebruikersinterface" op pagina 29.
DRYPOINT
7.
en raadpleeg de sectie hoofdstuk "7.2.2 Externe 3-fasen-voeding" op pagina 65.
Controleer of het stroomverbruik overeenkomt met de waarden die op het typeplaatje zijn
8.
gegraveerd.
9.
Wacht tot de koelventilator draait.
DRYPOINT
koelventilator wordt gegenereerd. De luchtstroom moet het apparaat binnenkomen via het
10.
beschermrooster van de condensor. Als de lucht in de tegenovergestelde richting stroomt,
stop dan de inbedrijfstelling en raadpleeg hoofdstuk "7.2.2 Externe 3-fasen-voeding" op pagina
65.
Wacht tot de dauwpuntwaarde die wordt weergegeven op de gebruikersinterface stabiel is.
11.
Raadpleeg hoofdstuk "3.2 Gebruikersinterface" op pagina 29.
12.
Sluit de persluchttoevoer aan.
13.
Open langzaam de luchtinlaatklep.
14.
Open langzaam de luchtuitlaatklep.
15.
Controleer de luchtaansluitingen op luchtlekkage.
16.
Wacht tot de condensaatafvoer werkt.
17.
Controleer of de condensaatafvoer goed werkt.
72 | 120
Inbedrijfstelling
RA III 630 ... 960, als de koelcompressor niet start, stop dan de inbedrijfstelling
®
RA III 370, 490: controleer de richting van de luchtstroom die door de
®
DRYPOINT
®
RA III