Interval van een spoor wijzigen
U moet het toestel koppelen met een compatibel inReach toestel voordat u de interval van een spoor kunt
wijzigen.
U kunt de intervallen van een spoor wijzigen om te bepalen hoe vaak uw toestel spoorpunten registreert en
verzendt.
1 Selecteer
>
> Trackrecorder >
2 Selecteer een optie:
• Als u de frequentie wilt wijzigen waarmee het toestel een spoorpunt vastlegt en verzendt via het
satellietnetwerk, selecteert u Verzendinterval.
• Als u de frequentie wilt wijzigen waarmee het toestel uw locatie registreert en het spoor bijwerkt,
selecteert u Vastleginterval.
3 Selecteer een interval.
TIP: U kunt Uit selecteren om verzend- of logfuncties uit te schakelen.
De functie Tracking stoppen
1 Selecteer
>
> Trackrecorder > Stop.
2 Selecteer een optie.
• Als u wilt doorgaan met het vastleggen van een spoor, selecteert u Hervat vastleggen.
• Als u een spoor wilt opslaan voor weergave in Garmin Explore, selecteert u Sla track op in Garmin Explore.
• Als u het spoor wilt verwijderen, selecteert u Verwijder track.
Pitch & Roll
De Pitch & Roll app is uitsluitend bedoeld om voertuighoeken te tonen op basis van gekalibreerde metingen. U
bent verantwoordelijk voor het kalibreren van het toestel. Wijzigingen in de positie van het toestel na kalibratie
kunnen de nauwkeurigheid van de metingen beïnvloeden. Gemeten waarden zijn alleen suggesties op basis van
uw invoer in het toestel. Lees de meetwaarden regelmatig en zorgvuldig af en laat ze stabiliseren na significante
veranderingen in de omgevingsomstandigheden. Houd altijd een veiligheidsmarge aan voor veranderende
omstandigheden en leesfouten. Als u geen rekening houdt met uw voertuig en uw omgeving, kan dit leiden tot
ernstig of dodelijk letsel.
Het toestel waarschuwt u als uw voertuig schuin staat of rolt onder een hoek die de stabiliteit van het voertuig
kan beïnvloeden.
Pitch en roll kalibreren
U kunt de hoek van uw voertuig op elk gewenst moment op nul instellen.
1 Parkeer uw voertuig op een vlakke, horizontale ondergrond.
2 Pas de positie van uw toestel in de houder aan zodat u comfortabel op het scherm kunt kijken.
3 Selecteer
>
> Pitch & Roll > Kalibreer.
De pitch- en rollwaarden worden teruggezet op 0 graden.
Voor de beste nauwkeurigheid moet u pitch en roll telkens wanneer u uw toestel verplaatst opnieuw kalibreren.
Waarschuwingshoeken aanpassen
U kunt de hoeken aanpassen waarmee het toestel een waarschuwing voor pitch en roll activeert. U bent
verantwoordelijk voor het instellen van de juiste pitch & roll-hoek voor uw voertuig.
1 Selecteer
>
> Pitch & Roll > > Waarschuwingshoeken.
2 Veeg omhoog of omlaag om de pitch- en rollwaarschuwingshoeken aan te passen.
3 Selecteer Accepteer.
38
.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Offroad-navigatie