Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ofl-Conditie Terugstellen; De Omloopkleppen Van De Spuitbomen Kalibreren; Pomp - Toro Multi-Pro 1200 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Multi-Pro 1200:
Inhoudsopgave

Advertenties

14. Zet de keuzeschijf op Snelheidskalibratie en druk
net zolang op de kalibratieknop totdat 'CAL' op de
monitor verschijnt en het rode lampje op de monitor
gaat branden.
Het scherm zal afwisselend de waarde van de afstand
en de kalibratiewaarde van de snelheid laten zien ('CAL'
verschijnt op de monitor).
15. Als de afstand op het scherm verschijnt, moet u deze
met de kalibratieknoppen Verhogen of Verminderen
wijzigen in 150 meter.
16. Als het scherm opnieuw afwisselend bovengenoemde
waarden laat zien, is de waarde van de kalibratiesnelheid
gewijzigd; schrijf dit cijfer op en bewaar het. Dit is de
kalibratiewaarde van uw spuitmachine.
17. Druk op de kalibratieknop totdat het rode lampje
uitgaat. U kunt de kalibratiemodus ook verlaten door
te gaan rijden met de spuitmachine.

OFL-conditie terugstellen

Als de melding 'OFL' op de monitor verschijnt, betekent dit
dat u de grootte van het scherm hebt overschreden. Druk op
de kalibratieknop Terugstellen om het scherm op 0 te stellen.
De omloopkleppen van de
spuitbomen kalibreren
Als u de spuitmachine voor de eerste keer in gebruik
neemt of als de spuitdoppen zijn vervangen, moet u de
omloopkleppen van de spuitbomen instellen zodat de druk
en de gebruiksdosis voor alle spuitbomen hetzelfde blijft als u
een of meer spuitbomen hebt uitgeschakeld.
Opmerking: De omloopkleppen moeten worden
gekalibreerd telkens als de spuitdoppen worden vervangen.
Kies een open en vlak terrein om deze procedure uit te
voeren.
1. Vul de spuittank van de spuitmachine met schoon
water.
2. Laat de uitgeklapte spuitbomen neer, als deze zijn
gemonteerd.
3. Zet de schijf op de Spray Pro-monitor op
Gebruiksdosis.
4. Stel het snelheidsbereik in op de neutraalstand een stel
de parkeerrem in werking.
5. Start de motor van het spuitsysteem.
6. Zet de pompschakelaar op Aan om de pomp in werking
te stellen.
7. Blijf het gaspedaal volledig intrappen en zet de
schakelaar van de motortoerentalbegrenzer van de
neutraalstand op Aan.
8. Zet de hendels van alle 3 spuitbomen en de
hoofdhendel van het spuitsysteem in de stand Aan.
9. Stel de druk in op de waarde die wordt aangegeven op
de drukmeter, totdat de druk zich bevindt in het bereik
voor de spuitdoppen die u hebt geïnstalleerd op de
spuitbomen (normaal 2,75 bar [40 psi]). Dit doet u met
behulp van de knop voor de gebruiksdosis.
10. Noteer de waarde op de drukmeter.
11. Schakel een van de spuitbomen uit met behulp van de
corresponderende spuitboomhendel.
12. Stel de omloopklep (Figuur 28) onder de regelklep van
de spuitboom die u hebt uitgeschakeld, zodanig in dat
de drukwaarde op de meter dezelfde is als in stap 9.
1. Omloopkleppen van spuitbomen
13. Schakel de spuitboom in en uit om te controleren of
de druk ongewijzigd blijft.
14. Herhaal stappen 11 tot en met 13 voor de andere
spuitbomen.
15. Laat de machine rijden met de gewenste snelheid terwijl
u spuit, en schakel de spuitbomen een voor een uit. De
druk die de meter aangeeft, mag niet veranderen.

Pomp

De pomp bevindt zich bij de voorkant van de tank, rechts
(Figuur 29).
34
Figuur 28

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

41199312000001

Inhoudsopgave