A WITBALANS INSTELLEN
2
Terwijl u de lichtbron gebruikt waarop u de Witbalans wilt
instellen, houdt u een blad wit papier voor de lens, zodat
dat blad het hele beeldveld vult.
Als u vervolgens op de knop " " (Aangepaste witbalans)
drukt, verricht de camera een meting en wordt de witbalans
ingesteld.
! !
De ingestelde witbalans heeft geen invloed op de het op dat moment
getoonde beeld.
Wilt u weer de eerder ingestelde witbalans gebruiken, dan
drukt u op de knop "MENU/OK" zonder op de knop " "
(Aangepaste witbalans) te drukken.
3
Verschijnt de tekst "OVER" (Overbelichting) of "UNDER"
(Onderbelichting) dan werd de witbalans niet bij de juiste be-
lichting gemeten. In dat geval stelt u de witbalans opnieuw in.
! !
Nadat u uw opname hebt gemaakt, controleert u welk effect de
Aangepaste witbalans op het beeld heeft.
• Zet in het SET-UP menu de functie Controlebeeld op ON (Aan) (zie
blz. 98).
• Zet de functieschakelaar op
Voorbeeld
•
Voor een bepaalde opname kunt u de witbalans bewust wijzigen door
in plaats van wit papier een blad gekleurd papier voor de lens te
houden.
Weergeven (zie blz. 33).
D
69