MET DE HAND SCHERPSTELLEN
Bij alle fotografische functies, behalve "V Film-beelden
opnemen" kunt u met de hand scherpstellen. Deze functie
gebruikt u bij onderwerpen waarop met Autofocus niet
automatisch kan worden scherpgesteld of wanneer u een
opname met een vast ingestelde scherpstelling wilt maken.
1 Zet de Scherpstel functieschakelaar in de stand "MF"
(Met de hand scherpstellen).
2 In het scherm van de LCD-monitor verschijnt het
pictogram "MF".
• Verbeteren van de handscherpstelling
Gebruik een statief als er gevaar bestaat dat het onderwerp
onscherp zou kunnen worden door bewegen van de camera.
MF
MF
1 Stel scherp op uw onderwerp door de scherpstelring te
verdraaien.
2 In het scherm verschijnen tekens die u behulpzaam zijn bij
het scherpstellen. Stel scherp tot het scherpstelteken "
verschijnt.
• Scherpstel tekens
Als u het punt waarop de lens is scherpgesteld over een
vast ingesteld bereik (voor en achter het punt waarop de
lens is scherpgesteld) verplaatst, verschijnen scherpstel-
tekens. Deze scherpsteltekens gebruikt u als richtlijn bij het
scherpstellen.
•
De lens is scherpgesteld op het onderwerp.
De lens is vóór het onderwerp scherpgesteld.
Draai de scherpstelring rechtsom.
De lens is achter het onderwerp scherpgesteld.
Draai de scherpstelring linksom.
1
2
•
MF
•
"
59