58
8 Onderhoud
8.1 Dagelijks
• Reinig de deurafdichting en verwijder wasmiddelresten.
• Controleer of de deur niet lekt.
• Reinig het zeepbakje en veeg de machine schoon met een vochtige doek.
• Controleer of de afvoerklep niet lekt.
• Start de machine en controleer of de deur vergrendeld blijft terwijl de machine draait. Schakel de machine door
naar de stoppositie en controleer of de deur vergrendeld blijft tot het programma is beëindigd.
Machine met weegschaal:
• Controleer of alle panelen zijn bevestigd.
• Controleer of er geen vreemde voorwerpen zijn geplaatst op de machine.
• Controleer of de aanvoer- en afvoerslangen vrij hangen.
• Controleer het 0-gewicht.
8.2 Maandelijks
• Controleer of de kleppen, slangen en aansluitingen niet lekken.
• Verwijder textielresten uit de afvoeropening, verbindingen in afvoerleidingen enz.
• Controleer het deurvergrendelingsrelais.
– Selecteer programma 991 ("Opstartprogramma"). Is het niveau bereikt, druk dan op de noodstopknop. Het
deurvergrendelingsrelais zal openen als het waterniveau dicht tot de onderkant van de binnentrommel is
gezakt.
– Reset de noodstopknop en schakel de netspanning uit en aan om de foutmelding te resetten. Let op!Het deur-
vergrendelingsrelais mag niet direct openen.
Gebruikshandleiding