De scherpstelling en helderheid optimaliseren voor een
aangeraakte positie
Opnamemodus:
U kunt de scherpstelling en helderheid optimaliseren voor de positie die u aanraakt.
1
Stel het menu in
→
2
Raak het onderwerp aan waarvan u de helderheid wilt
optimaliseren
• Het instelscherm voor AF-gebied verschijnt.
• De positie van de helderheidsoptimalisatie verschijnt in het
midden van het AF-gebied. De positie beweegt met het AF-
gebied mee.
• [Meetfunctie] wordt ingesteld op [
gebruikt voor [Touch AE].
• Als u [Reset] aanraakt, keren de positie van de
helderheidsoptimalisatie en het AF-gebied terug naar het midden.
3
Raak [Inst.] aan
• Het AF-gebied met dezelfde functie als [
• Als u [
] aanraakt, keert de Meetmodus terug naar de oorspronkelijke instelling en wordt de
positie van de helderheidsoptimalisatie geannuleerd. Ook de instelling van het AF-gebied wordt
geannuleerd.
• Als u [
] aanraakt, keert de Meetmodus terug naar de oorspronkelijke instelling en wordt de
positie van de helderheidsoptimalisatie geannuleerd.
Als de achtergrond bijvoorbeeld te helder wordt kunt u
het helderheidscontrast van de achtergrond aanpassen
door de belichting te compenseren.
●
Bij opnamen met de aanraaksluiter worden de scherpstelling en helderheid vóór de opname
geoptimaliseerd voor de aangeraakte positie.
●
Aan de rand van het scherm kan de meting worden beïnvloed door de helderheid rondom de
aangeraakte locatie.
●
[AF+AE] werkt niet in de volgende situaties:
• Bij gebruik van de digitale zoom
• Als het AF-gebied is ingesteld met de cursortoets
142
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
[Voorkeuze] → [Touch inst.] → [Touch AF] → [AF+AE]
Foto's maken met automatische scherpstelling
(→138)
]. Dit wordt uitsluitend
] verschijnt op de aangeraakte positie.
Reset
Reset
Inst.
Inst.
SQW0426