Raadpleeg de handleiding bij uw toegangspunt voor meer informatie.
2
Schakel de schakelaar WIRELESS of WIRELESS LAN in.
Het lampje voor draadloos LAN gaat branden.
3
Dubbelklik op
(
weer te geven. Selecteer de gewenste optie(s) voor draadloze communicatie en klik op OK.
4
Klik met de rechtermuisknop op
netwerk).
5
Selecteer het gewenste toegangspunt en klik op Verbinden.
✍
Raadpleeg de online Specificaties om te controleren of uw computer de Bluetooth-functionaliteit en/of de standaard IEEE 802.11a/b/g/n ondersteunt.
Verbinding met een draadloos netwerk verbreken
Schakel de schakelaar WIRELESS of WIRELESS LAN uit.
!
Als u de WLAN-functionaliteit uitschakelt terwijl externe documenten, bestanden of bronnen worden gebruikt, kan gegevensverlies optreden.
✍
Voor WPA-PSK of WPA2-PSK verificatie dient u een wachtzin in te geven. Voor de wachtzin wordt een onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en
kleine letters. De wachtzin moet tussen 8 en 63 alfanumerieke tekens lang zijn of is maximaal 64 tekens lang wanneer cijfers van 0 tot 9 en letters van
A tot F worden gebruikt.
/
) op de taakbalk om het venster Schakelaar draadloze apparaten (Wireless Device Switch)
of
op de taakbalk en selecteer Connect to a network (Aansluiten op een