Instelling voor toepassing 1 (HISTOGRAM): Kies het punt "HIST BLC" en zet de waarde op ON, en
de waarde voor "WINDOWS BLC" op OFF. De camera berekent nu zelf het tegenlichtaandeel en
compenseert dit over het gehele beeld. Met behulp van de BLC-level-waarde, kunt u de sterkte van
de tegenlichtcompensatie instellen. Hoe hoger de waarde, des te sterker is het compensatie-effect.
In sommige gevallen kan het echter zo zijn dat het te bewaken object toch te donker is, aangezien
het tegenlicht voor de compensatie te sterk is. Is een verandering van de positie van de camera
niet mogelijk, dan wordt het gebruik van wide dynamic camera's aanbevolen.
Instelling voor toepassing 2 (WINDOW WEIGHT): Zet het punt "HIST BLC" op OFF en het punt
"WINDOWS BLC" op ON. De grootte en positie van het te bewaken object kan nu individueel via
het punt "OPD WINDOW" (punt 9.7 in de handleiding) in een keuze uit 255 afzonderlijke velden
in het beeld ingesteld worden. De helderheidswaarden van de andere beeldbereiken worden
verlaagd, die van het gekozen bereik verhoogd. Via de WNDW WEIGHT instelling, kan aan de
andere beeldbereiken (zie volgende pagina) een hogere helderheidswaarde worden toegewezen.
Stel het beoordelingsniveau voor de andere beeldbereiken met behulp van de bedieningstoetsen
RECHTS/LINKS in het bereik van 0 (geen beoordeling) tot 15 (sterke beoordeling) in.
In zeer uitzonderlijke gevallen komen de toepassingen 1 en 2 gescheiden van elkaar voor. Meestal
heeft u beide instellingen gelijktijdig nodig. Wij raden u daarom aan de volgende instelling voor
de beste beeldresultaten te verrichten:
1. Zet het punt "HIST BLC" op ON.
2. Kies het BLC-niveau op een gemiddelde waarde (8-12).
3. Zet het punt "WINDOWS BLC" op ON.
4. Stel de andere beeldbereiken overeenkomstig via de punten "WINDW WEIGHT" in.
Instelling van de beeldbereiken van WINDOW WEIGHT
WNDW 2
102
WNDW 0
CENTER
OPD
WNDW 3
WINDOW
WNDW 1