11. Storingen opsporen
GEVAAR
11.1 De pomp werkt niet
Oorzaak
Geen voedingsspanning.
Er is een zekering doorgebrand.
De voedingskabel is beschadigd.
De thermische overbelastingsschakelaar is geactiveerd:
11.2 Verminderde of geen capaciteit
Oorzaak
De persslang is geknikt of gebroken.
De terugslagklep gaat niet open.
De motorventilator draait niet vrij.
11.3 Veelvuldige in- en uitschakelingen
Oorzaak
De terugslagklep gaat niet dicht.
De toegevoerde hoeveelheid is te groot.
11.4 Alarm
Oorzaak
Het condensaat wordt niet uit het reservoir gepompt.
Gerelateerde informatie
11.1 De pomp werkt niet
11.2 Verminderde of geen capaciteit
10
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Schakel de voedingsspanning uit voordat u
werkzaamheden uitvoert aan het product. Zorg ervoor
dat de voedingsspanning niet per ongeluk kan worden
ingeschakeld.
Oplossing
•
Schakel de voedingsspanning in.
•
Vervang de zekering (trage zekering van 1 A).
•
Repareer of vervang de kabel. Dit mag alleen door een erkende
servicewerkplaats of door Grundfos worden uitgevoerd.
•
De motor is niet voldoende afgekoeld. Reinig de koelspleten in het
motordeksel.
•
Afzettingen in de pomp. Reinig de waaier, het pomphuis en de
gehele opvoerinstallatie.
Oplossing
•
Corrigeer of vervang de persslang. De buigstraal van de slang
dient ten minste 60 mm te zijn.
•
Verwijder de persaansluiting en reinig de terugslagklep.
•
Reinig het pomphuis en de waaier.
Oplossing
•
Verwijder de persaansluiting en reinig de terugslagklep.
•
Zorg dat de toegevoerde hoeveelheid juist is.
Oplossing
•
Zie stappen 10.1 en 10.2.