4
Druk op x op de afspeelsnelheid in te
stellen.
"S" verschijnt rechts van de verstreken
tijd als de afspeelsnelheid afwijkt van
normaal.
z
De instellingen kunnen worden opgeslagen in
het Persoonlijk discgeheugen (pagina 39).
Opmerkingen
• U kunt de afspeelsnelheid niet op de recorder
wijzigen.
• De afspeelsnelheid heeft invloed op het
afgespeelde geluid.
• Alle instellingen gaan verloren als u de disc
uit de recorder verwijderd.
De instellingen per disc
apart opslaan
(Persoonlijk
discgeheugen)
De recorder kan de verschillende
instellingen voor elke disc apart opslaan.
Deze worden dan automatisch opgehaald
zodra de betreffende disc wordt geplaatst.
De volgende instellingen kunnen worden
opgeslagen:
• Volume
• Afspeelstand
• Afspeelvolgorde (Program play)
• Geluidskwaliteit (Digitale
geluidsvoorkeuren)
• Afspeelsnelheid (Snelheid instellen)
Op de recorder
Keuzehendel (L)
1
Druk op de keuzehendel (L) als de
recorder is gestopt, afspeelt of
pauzeert.
2
Haal de keuzehendel (L) over totdat
"PERSONAL" op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op de
hendel.
"Entry?" knippert op het
uitleesvenster.
Entry?
3
Druk op de keuzehendel (L).
"Entry OK" verschijnt op het
uitleesvenster en de discinstellingen
worden in de recorder opgeslagen.
Op de afstandsbediening
DISPLAY
Bedieningsknop
1
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY als de recorder is gestopt,
afspeelt of pauzeert.
x
wordt vervolgd
39
-NL