Inhoudsopgave
Advertenties
14
Controleer dat [Yes (Ja)] geselecteerd is op het [Execute push-button
method? (Drukknopmethode uitvoeren?)] scherm en druk dan op de
Het apparaat begint te zoeken naar draadloze LAN-toegangspunten. Wanneer het
bericht "PushbuttonMethodeUitvoeren" op het scherm wordt weergegeven, houdt u de
WPS-knop van het draadloze LAN-toegangspunt enkele seconden ingedrukt.
U kunt het paneel niet bedienen, als WPS wordt uitgevoerd.
Wanneer het bericht "WPS verbinding succesvol." op het scherm wordt weergegeven,
is het instellen van het draadloze LAN voltooid.
• Als het bericht "Verbinding mislukt. Time-out" wordt weergegeven herhaalt u de procedure vanaf stap 8.
• [Overloop (Overloop)] wordt weergegeven, wanneer meerdere WPS-drukknoppen tegelijkertijd worden
ingedrukt op twee of meer toegangspunten van draadloze LAN en de verbinding wordt niet tot stand gebracht.
Wacht een korte tijd en probeer het opnieuw.
15
Als het teken van de antenne wordt weergegeven in de rechter bovenhoek
van het beginscherm, is de verbinding correct tot stand gekomen.
Het antenneteken kan mogelijk niet weergegeven worden op sommige schermen, zoals het bovenste scherm
voor kopiëren.
Kiezen van een Draadloos Toegangspunt vanf het Bediening Paneel om te
Verbinden
Wanneer een draadloos toegangspunt WPS niet ondersteunt, kunt u een draadloos LAN
toegangspunt aangeven die u wilt gebruiken vanaf de draadloze LAN toegangspunten die de
machine detecteert om een verbinding te maken. In dit geval, moet u een versleuteling
sleutel invoeren.
1
Controleer de SSID en versleuteling sleutel door te kijken in de instructie
handleiding die wordt geleverd bij een draadloos toegangspunt of ander
document, en schrijf de informatie op.
WPA-EAP en WPA2-EAP kunnen niet op het bedieningspaneel worden ingesteld. Stel ze in vanaf de webpagina
van deze machine.
Open de web-pagina van deze machine (Uitgebreide gids)
(OK).
• SSID wordt ook wel netwerknaam, ESSID of ESS-ID genoemd.
• Encryptiesleutel wordt ook wel netwerksleutel, beveiligingssleutel, wachtwoord of vooraf gedeelde sleutel
genoemd.
2
Controleer dat het draadloze LAN toegangspunt start en goed werkt.
3
Zet de machine aan.
Controleer of het scherm "Wilt u draadloos instellen?" weergeeft en [Yes (Ja)] geselecteerd is. Druk op de
(OK) knop en ga naar stap 6.
4
Druk op de knop
5
Druk op de knop
Draadloos(infrastructuur))] drukken en druk op de
6
Geef het beheerderswachtwoord in op het scherm voor het ingeven van
beheerderswachtwoord en druk vervolgens op de
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "999999". Als
het beheerderswachtwoord wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
7
Controleer of het bericht "Kan niet tegelijkertijd met draadloos (AP-modus)
worden gebruikt." enkele seconden op het scherm wordt weergegeven en of
[Enable (Inschakelen)] is geselecteerd in het scherm [Please enable/disable
wireless (infrastructure) (Schakel draadloos (infrastructuur) in/uit.)]. Druk op
(OK).
8
Als het voor uw omgeving nodig is om een IP-adres etc handmatig in te
geven, controleer of [Network Setting (Netwerkinstelling)] geselecteerd is en
druk op de
. Als u deze niet handmatig in hoeft te stellen gaat u verder naar
stap 12.
9
Druk op de
knop om [Manual (Handmatig)] te selecteren en druk op de
10
Volg de instructies op het scherm om het IP-adres, de subnet mask, default
gateway en DHCP v6 in te stellen.
11
Als de setup voltooid is, druk op de knop
- 48 -
[SETTING (OPTIES...)].
of
knop [Wireless(Infrastructure) Setting (Instelling
.
(OK).
(OK).
2. Instellen
.
Advertenties
Inhoudsopgave
