Basisbediening van Faxfuncties
Deze paragraaf beschrijft de basishandelingen voor het verzenden en ontvangen van een
fax.
•
Faxnummer voor verzending van fax invoeren
• Over de belfuncties (Uitgebreide gids)
• Een bestemming uit Telefoonboek opgeven (Uitgebreide gids)
• Een bestemming met een One Touch-knop opgeven (Uitgebreide gids)
• Een bestemming uit de verzend- en ontvangstgeschiedenis opgeven (Uitgebreide gids)
• Een gespecificeerde bestemming verwijderen (Uitgebreide gids)
•
Faxverzending annuleren
• Een fax ontvangen (Uitgebreide gids)
• Een te gebruiken lade voor het afdrukken van ontvangen faxen opgeven (Uitgebreide gids)
• Prioriteit papierformaat (Uitgebreide gids)
• De communicatiestatus/verzending en ontvangstsgeschiedenis controleren (Uitgebreide
gids)
• Items op de Verzend en Ontvangst Logboekrapport (Uitgebreide gids)
Faxnummer voor verzending van fax invoeren
1
Druk op het bedieningspaneel op de knop
2
Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3
Zorg ervoor dat [Fax (Fax)] geselecteerd is en druk vervolgens op
4
Zorg ervoor dat [Add Destination (Best. toevoegen)] geselecteerd is op het
startscherm en druk vervolgens op
5
Druk verschillende malen op de knop
selecteren en druk op de knop
6
Voer het te kiezen nummer in en druk vervolgens op [OK].
7
Verander de instellingen wanneer nodig.
• De standaardinstellingen voor de verzending van een fax zijn de volgende.
[Scan Size (Scanformaat)]: A4 of Letter
[Resolution]: Normaal
[Density]: 0
• U kunt de standaardinstellingen wijzigen door op het aanraakscherm te drukken op de knop
[Admin Setup (Beheerderinst.)] op het bedieningpaneel.
Faxinstelling (Uitgebreide gids)
8
Druk op de knop
(MONO).
- 109 -
(FAX).
(OK).
.
om [Manual Dial (Handm. kiez)] te
(OK).
7. Fax
(INST.) >