5.5.4
Circulatiepomp cv-installatie (PC1)
OPMERKING
Materiële schade door vervorming!
De aansluitbuis van de pomp in de veiligheidsgroep kan vervormen als
deze gedurende lange tijd aan een hoge belasting wordt blootgesteld.
▶ Geschikte ophanginrichtingen voor verwarmingsbuizen en pomp ge-
bruiken om de aansluiting op de veiligheidsgroep te ontlasten.
Als PC1 geïnstalleerd is, moet deze altijd op de installatiemodule van de
binneneenheid aangesloten worden (zie elektrisch schema).
De pomp van de cv-installatie wordt gekozen aan de hand van de door-
stroomweerstand in de installatie en de eisen van de aanvoertempera-
tuur.
SC1
VW1
Afb. 10 Binneneenheid met een geïntegreerde elektrische bijverwarming en verwarmingssysteem
1. Spanningsvoorziening naar binneneenheid en buiteneenheid onder-
breken.
2. Voorzover nog niet geopend, de draaischakelaar van de automati-
sche ontluchter VL1 openen om de automatische ontluchting te star-
ten.
3. Een einde van de slang op VA0, het andere op een afvoer aansluiten.
Aftapventiel openen VA0.
4. Open warmwaterkranen.
Logatherm WLW166i – 6721838038 (2023/08)
VL1
PW2
GC1
PC0
VA0
Maximale last bij de relaisuitgang van de pomp PC1: 2 A, cos > 0,4. Bij
een hogere belasting is het gebruik van een tussenrelais vereist.
5.5.5
Binneneenheid vullen
Na het vullen de installatie grondig ontluchten.
▶ Vul de installatie conform deze handleiding.
▶ Sluit de elektrische aansluitingen van het systeem aan conform
hoofdstuk 5.6.
▶ Neem de installatie in bedrijf conform de handleiding van de bedie-
ningseenheid.
▶ Ontlucht het systeem conform hoofdstuk 6.2.
T
VC1
VC2
T
VW2
5. Koudwaterkraan VW3 openen en buizen en boiler VW2 vullen.
6. De vulprocedure net zo lang voortzetten tot uit de slang aan VA0 en de
warmwaterkranen alleen water naar buiten komt.
7. Aftapkraan VA0 en warmwaterkranen sluiten.
8. Sluit de vulkraan VW2 wanneer de bedrijfsdruk op GC1 2 bar bereikt.
9. Slang van VA0 aftrekken.
10.Ontlucht het systeem (hoofdstuk 6.2).
Installatie
Z1
VW3
0010035926-001
5
15