5.5
Ingebruikneming van de Ceramill
Motion 2
De drie standaardfrezen op de gereed-
schapplaatsen 1-3 zijn voor het gebruik
beslist noodzakelijk.
Naast de standaardgereedschappen kunnen
optioneel in de gereedschaphouder zustergereed-
schappen worden ingestoken. Als een standaard-
gereedschap zijn slijtgrens heeft bereikt, neemt
de Ceramill Motion 2 automatisch het bijbeho-
rende zustergereedschap over.
Fig. 15 Gereedschaphouder (vijfassig model)
Bij het vierassige model is de gereed-
schaphouder 90° gedraaid (zie
afbeelding 2 op pagina 9).
▷ De standaardgereedschappen Ceramill Motion
Roto in de gereedschaphouder van de Ceramill
Motion 2 steken. Gereedschapschacht daarbij
naar buiten positioneren.
▪ Roto 2,5 bevindt zich in de spil.
▪ Roto 1,0 op plaats 2 steken.
▪ Roto 0,6 op plaats 3 steken.
▷ Optioneel: De zustergereedschappen in de
gereedschaphouder van de Ceramill Motion 2
steken. Gereedschapschacht daarbij naar bui-
ten positioneren.
▪ Roto 2,5 op plaats 4 steken.
▪ Roto 1,0 op plaats 5 steken.
▪ Roto 0,6 op plaats 6 steken.
▷ De gewenste ruwe vorm in de opname van de
Ceramill Motion 2 plaatsen. De hoge/dikke zijde
van de ruwe vorm moet naar de as wijzen.
Fig. 16 Ruwe vorm inzetten (vijfassig model)
▷ De ruwe vorm met vier schroeven en onderle-
gringen bevestigen.
AANWIJZING:
Beschadiging van de ruwe vorm
▷ Schroeven niet te vast aandraaien! Geen span-
ning aanbrengen!
▷ De schroeven met de meegeleverde inbussleu-
tel aandraaien.
Fig. 17 Ruwe vorm vastschroeven (vijfassig
model)
▷ Geschikte kap monteren
▪ Afzuigkap voor droge bewerking
▪ Spatbeschermkap bij natte bewerking
I N S T A L L A T I E
N L
23