• U kunt ook de functieknop voorop of de
functieknop achterop gebruiken om
items te selecteren.
De witbalans fijn afstellen
U kunt de witbalans fijn instellen als u de
gewenste tint niet krijgt met de gewone
witbalans.
1 Selecteer de witbalans met stap 2
op P77 en druk dan op 4.
2 Druk op 3/4/2/1 om de
witbalans fijn in te stellen en druk
vervolgens op [MENU/SET].
2: A (AMBER: ORANJEACHTIG)
1: B (BLAUW: BLAUWACHTIG)
3: G_ (GROEN: GROENACHTIG)
4: M` (MAGENTA: ROODACHTIG)
• Als u de witbalans fijn instelt op A
(amber), wordt het witbalanspictogram
op het LCD-scherm oranje. Als u de
witbalans fijn instelt op B (blauw), wordt
het witbalanspictogram op het
LCD-scherm blauw.
• Als u de witbalans fijn instelt op G_
(groen) of M` (magenta), verschijnt [_]
(groen) of [`] (magenta) naast het
witbalanspictogram op het
LCD-scherm.
• Op [FUNC] drukken om terug te keren
naar het middenpunt.
• Selecteer het middenpunt als u de
witbalans niet fijn aan het afstellen
bent.
• U kunt de witbalans onafhankelijk
nauwkeurig afstellen voor elke
witbalansfunctie.
• De instelling voor het nauwkeurig afstellen
van de witbalans wordt door het beeld
gebruikt wanneer u de flits gebruikt.
• De fijnafstelling van de witbalans blijft ook
opgeslagen als u de camera uitzet.
• Het niveau van de fijne afstelling van de
witbalans keert terug naar de standaard
instelling (middenpunt) in de volgende
gevallen.
– Wanneer u de witbalans opnieuw instelt
in [
– Wanneer u de kleurtemperatuur
opnieuwhandmatig instelt in [
• U kunt de afstelling van de witbalans in de
volgende gevallen niet verfijnen.
– In automatische functie [
– In [PORTRET BUITEN] en [PORTRET
BINNEN] in de [PORTRET]-functie
– In de [LANDSCHAP]-functie
MENU
– In [SPORT BUITEN] en [SPORT
/SET
BINNEN] in de [SPORT]-functie
– In de [NACHTPORTRET]-functie
– In [ZONSONDERG.] en [VOEDSEL] in
de scènefunctie
] of [
] (P78)
Gevorderd
] (P78)
]
79
VQT1G34