Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Benzine; Tweetaktolie; Mengen; Benzine Bijtanken - GREENSTAR TU-MT430 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

All manuals and user guides at all-guides.com
8.20.4

Benzine

Gebruik altijd een benzine/oliemengsel met een octaangetal van minimaal 95 (RON).
Gebruik benzine met een lage emissie, ook wel alkylaatbenzine genoemd, wanneer
beschikbaar.
Het laagst aanbevolen octaangetal is 95 (RON). Wanneer u de motor laten draaien op
benzine met een lager octaangetal dan 95, kan het zgn. kloppen optreden. Dit leidt tot een
hoge motortemperatuur, die tot ernstige motorschade kan leiden.
Wanneer u continu met hogere snelheden werkt, wordt een hoger octaangetal aanbevolen.
8.20.5

Tweetaktolie

Gebruik tweetaktolie voor de beste resultaten en prestaties. Deze werd speciaal ontworpen
voor onze luchtgekoelde tweetaktmotoren.
Gebruik nooit tweetaktolie bestemd voor watergekoelde motoren, soms ook wel
buitenboordolie genoemd (met TCW-waarde).
Gebruik nooit olie bestemd voor viertaktmotoren.
Olie van slechte kwaliteit en/of een te hoge olie/benzineverhouding, kan de functie van de
katalysator aantasten en de levensduur ervan verkorten.
Benzine, liter Tweetaktmotorolie, milliliter
2,5% (1:40)
1
25
5
125
10
250
20
500
8.20.6

Mengen

Meng de benzine en olie altijd in een proper vaatje dat voor benzine bestemd is.
Start altijd met de helft van de hoeveelheid benzine die gebruikt zal worden. Voeg dan de
volledige hoeveelheid olie toe. Meng (schud) het benzinemengsel. Voeg de overblijvende
hoeveelheid benzine toe.
Meng (schud) het benzinemengsel grondig vóór u het in de benzinetank van de machine
giet.
Meng per keer nooit meer benzine dan de hoeveelheid die u op één maand verbruikt.
Wanneer de machine een tijdje niet gebruikt wordt, moet de benzinetank leeggemaakt en
gereinigd worden.
8.20.7

Benzine bijtanken

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het gevaar voor brand te verkleinen:
Rook niet en plaats geen hete voorwerpen in de buurt van benzine.
Zet altijd de motor af vóór u benzine bijtankt.
Schakel altijd de motor uit en laat hem een paar minuten afkoelen vóór u bijtankt.
Open voor het bijvullen de benzinedop langzaam, zodat eventuele overdruk zachtjes
wordt afgelaten.
Zet de benzinedop na het bijvullen zorgvuldig vast.
Breng de machine altijd weg van de plek waar de benzine werd bijgevuld vóór u ze start.
Gebruik altijd een benzinevaatje met antimorsklep.
Reinig de omgeving van de benzinedop. Vervuiling in de tank kan problemen veroorzaken
tijdens het werken.
Zorg ervoor dat de benzine goed gemengd is door het vaatje te schudden vóór u de tank
vult.
P a g i n a
| 19
NL

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave

Probleemoplossen

loading

Inhoudsopgave