Bepalen waar de buiteneenheid wordt geïnstalleerd
Bepaal de locatie van installatie op basis van de volgende voorwaarden en vraag om goedkeuring van de gebruiker.
Vermijd locaties waar uw buren worden gestoord. De buiteneenheid kan lawaai produceren en de afvoerlucht kan in de
omgeving terechtkomen. (Let er in een woonwijk op wanneer het apparaat wordt gebruikt)
Installeer de buiteneenheid op een hard en effen oppervlak dat het gewicht kan ondersteunen.
Kies een platte plek waar geen regenwater blijft liggen of lekt.
Kies een plek waar geen sterke wind waait.
Kies een plek die goed geventileerd is en waar genoeg ruimte is voor reparaties en onderhoud. (Een afvoerleiding kan
afzonderlijk worden aangeschaft.)
Kies een plek waar de aansluiting van een koelmiddelpijp tussen een binnen- en een buiteneenheid binnen de toegestane
afstand valt.
Zorg ervoor dat condens die uit de afvoerslang lekt, op een juiste manier veilig naar buiten wordt geleid.
Kies een plek waar geen explosief gas lekt.
Kies een plek waar de eenheid niet in aanraking kan komen met sneeuw en regen.
Wanneer u de buiteneenheid dicht bij de zeekust installeert, zorgt u ervoor dat de eenheid niet direct wordt blootgesteld aan
zeewind.
- Wanneer u de buiteneenheid dicht bij de zeekust installeert, raadpleegt u een bevoegde installateur. De bovenstaande
locaties vereisen namelijk aanvullende maatregelen voor weerstand tegen corrosie. (U dient ten minste eenmaal per jaar zout
en stof uit een warmtewisselaar te verwijderen.)
Wanneer u de buiteneenheid dicht bij de zeekust installeert
Wanneer u de buiteneenheid dicht bij de zeekust installeert, dient u deze achter een gebouw of omgeven door wanden ter
bescherming tegen de wind te plaatsen.
Installeer de buiteneenheid op een plek waar water gemakkelijk afgevoerd kan worden.
Buiteneenheid
Zeewind
Zee
Beschermende wand
Zeewind
Zee
6
Zeewind
Zee
❋ Beschermende wanden dienen te worden vervaardigd van massief
Buiteneenheid
materiaal om de zeewind tegen te houden. De hoogte en breedte van
de wand dienen anderhalf keer zo groot te zijn als de omvang van de
buiteneenheid. (Laat 70 cm ruimte vrij tussen de beschermende wand
en de buiteneenheid voor de ventilatie van afvoerlucht.)
Buiteneenheid