Koelvloeistofleiding isoleren
U moet de koelvloeistofleiding, het Y-stuk, het verdeelstuk en de leidingverbindingen isoleren.
Als u de leidingen isoleert, vormt er zich geen condens op de leidingen.
Controleer of er zich scheuren in de isolatie rond gebogen leidingen bevinden.
Isolatie
Leiding gaskant
Leiding
vloeistofkant
Leidingisolatie
Het isolatiemateriaal van de gas- en koelvloeistofleiding
mogen contact maken, maar mogen niet tegen elkaar aan
drukken.
Wanneer de gas- en koelvloeistofleiding tegen elkaar komen,
gebruikt u een dikkere isolatie.
Isolatie
Gasleiding
Installeer de isolatie zodanig dat deze niet wijder wordt en gebruik een zelfklevende isolatie voor het
verbindingsgedeelte om te voorkomen dat er vocht kan binnendringen.
LET OP
Omwikkel de koelvloeistofleiding met isolatietape als deze wordt blootgesteld aan direct zonlicht. (Zorg ervoor dat u
bij het aftapen de dikte van het isolatiemateriaal niet reduceert.)
Zorg er bij het isoleren van de koelvloeistofleiding voor dat het isolatiemateriaal niet dunner wordt bij de gebogen
gedeeltes of de ophanging van de leiding.
Wanneer de dikte van het isolatiemateriaal afneemt, brengt u extra isolatie aan om de gewenste dikte te bereiken.
Extra isolatie
Klem
Binnenunit
Binnenunit
Bevestig stevig zonder tussenliggende openingen.
Isolatie
Vloeistofleiding
Ophangsysteem
a
a x 3
Isolatie
Breng de isolatie zodanig aan dat deze
telkens wordt overlapt
De leiding isoleren na de isolatie van de EEV-kit
Houd bij het installeren van de gas- en koelvloeistofleidingen
een onderlinge afstand van 10 mm aan.
Wanneer de gas- en koelvloeistofleiding tegen elkaar komen,
gebruikt u een dikkere isolatie.
10 mm
10 mm
Gasleiding
Isolatie voor de koelvloeistofleiding
10 mm
Vloeistofleiding
29