Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet,
stopt u deze functie ook.
6.14
Kinderbeveiligingsinrichting
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
De functie inschakelen: schakel de
kookplaat in met
kookstand in. Raak
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
met
.
De functie uitschakelen: schakel de
kookplaat in met
kookstand in. Raak
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
met
.
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken: zet de kookplaat aan
met
.
seconden aan. Stel de kookstand in
binnen 10 seconden. U kunt de
kookplaat bedienen. Als u de kookplaat
uitschakelt met
in werking.
7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Kookgerei
Bij een inductiekookzone
zorgt een sterk
elektromagnetisch veld
ervoor dat het kookgerei erg
snel heet wordt.
Gebruik de
inductiekookzones met
geschikte pannen.
Materiaal van het kookgerei
. Stel geen
4 seconden aan.
. Stel geen
4 seconden aan.
gaat aan. Raak
4
, treedt de functie weer
6.15 Vermogensbeheer -
functie
• De kookzones zijn gegroepeerd
volgens locatie en aantal fasen van
de kookplaat. Zie afbeelding.
• Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading.
• De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
• De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones aangesloten op een
enkele fase wordt overschreden.
• De functie verlaagt het vermogen
naar de andere kookzones
aangesloten op dezelfde fase.
• Het warmte-instellingsdisplay van de
verlaagde zone verandert tussen twee
niveaus.
• correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt door
de fabrikant).
• niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
• water op de hoogste kookstand
binnen korte tijd wordt verwarmd.
• een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
NEDERLANDS
17