A.3 - HANDMATIGE programmering van de eindstanden BOVEN ("0") en ONDER ("1")
A
BiDi
OPMERKINGEN EN WAARSCHUWINGEN
• Het gebruik van deze procedure is alleen verplicht voor rolluiken zonder mechanische vergrendeling van de bovenste eindstand.
• Als de eindstanden eerder zijn geprogrammeerd met de "halfautomatische (A.5)" programmering, kan deze procedure uitgevoerd worden.
• Na het programmeren van de eindstanden kan het rolluik bediend worden met een simpele druk op de toetsen van de schakelaar. Het rolluik zal zich verplaatsen
binnen de grenzen bepaald met de procedures A.3.1 en A.3.2.
• In het geval dat de eindaanslagen nog niet geprogrammeerd zijn, kan het zijn dat de verplaatsingsrichting niet overeenkomt met de ingedrukte toets.
A.3.1 - Voor programmering van de ONDERSTE eindstand (0")
1
(x 1)
PRG
Druk op de toets
tel 2 bewegingen.
en laat hem los (1
keer);
3
" 0 "
... laat de toets los zodra het rolluik de gewens-
te hoogte "0" bereikt (eindstand BOVEN).
A.3.2 - Om de ONDERSTE eindstand te programmeren ("1")
1
(x 1)
PRG
Druk op de toets
tel 2 bewegingen.
en laat hem los (1
keer);
3
" 1 "
... laat de toets los zodra het rolluik de gewens-
te hoogte "1" bereikt (eindstand ONDER).
9 – Nederlands
2
= 5 sec
2
Houd de toets inge-
laat hem na 5 se-
drukt;
conden los;
4
Regel nauw-
keurig de
( )
hoogte van
de eindstand
"0"
Geef impulsen met de toetsen totdat de gewenste hoog-
te wordt verkregen.
2
= 5 sec
2
Houd de toets inge-
laat hem na 5 se-
conden los;
drukt;
4
( )
Regel nauw-
keurig de
hoogte van
de eindstand
"1"
Geef impulsen met de toetsen totdat de gewenste hoog-