Motor starten
Gevaar: Start de machine alleen buitenshuis. Plaats de
machine zoals op afb. 22 op een recht oppervlak en
houd de machine vast.
1. Controleer het oliepeil en voeg indien nodig olie toe.
2. Vullen met brandstof.
3. Zet de schakelaar in de stand AAN [I] (Afb. 19).
4. Druk de aanzuigpomp 10 keer langzaam en volledig in.
De brandstof moet in de pomp zichtbaar zijn (afb. 20).
Als dit niet het geval is, dient u de pomp nogmaals drie
keer in te drukken, of zo lang tot de brandstof te zien is.
5. Chokehendel in stand 1 (afb. 20).
6. Plaats de machine op de grond, duw op de
gashendelblokkering en bedien de gashendel. Houd de
gashendel ingedrukt. Trek vijf keer in een beheerste en
doorgaande beweging aan het starterkoord (afb. 21).
7. Chokehendel in stand 2 (afb. 20).
8. Trek 1 tot 4 keer aan het starterkoord in een
gecontroleerde en continue beweging om de motor te
starten (afb. 21).
OPMERKING: De motor maakt gebruik van Advanced
Starting Technology
TM
start), waarbij de benodigde kracht bij het starten in
belangrijke mate wordt verminderd. U moet het
starterkoord zo ver naar buiten trekken tot de motor
zelfstandig (door een veer ondersteund) start. Het is niet
nodig om hard aan het koord te trekken, er is geen
sterke weerstand op trek. Deze startmethode verschilt
sterk van de bekende wijze van starten en is veel lichter.
9. Druk op de gashendel zodat de motor 15 tot
30 seconden verhit wordt.
OPMERKING: Bij lage temperaturen duurt het soms langer
voor de motor warmloopt en deze het maximale
toerental bereikt.
10. Als de motor warmgelopen is, zet u de chokehendel in
stand 3 (afb. 20). Het apparaat is dan gereed voor
gebruik.
ALS... de motor niet start, herhaalt u de stappen 4–10.
ALS... de motor nog warm is, hoeft de choke niet te worden
gebruikt om de motor te starten. Zet de schakelaar in de
stand aan [I] en de choke in stand 2.
ALS... de motor bij het starten verzuipt, zet u de
chokehendel in stand 3. Druk de op de gashendel en
trek aan het starterkoord. De motor moet na drie tot acht
pogingen starten.
GEBRUIKSAANWIJZING
(door een veer ondersteunde
Motor stoppen
1. Neem uw hand van de gashendel. Laat de motor
onbelast lopen om deze te laten afkoelen.
2. Zet de ontstekingsschakelaar in de stand STOP (0)
(afb. 19).
Grastrimmer vasthouden
Houd het apparaat vast zoals afgebeeld (afb. 22). Let op het
volgende:
Draag een oogbescherming en geschikte werkkleding.
Stel de schouderriem op de juiste hoogte in.
Stel de greepstang zo in dat u deze met uw handen kunt
vastgrijpen zonder uw armen te hoeven uitstrekken.
Het apparaat moet zich onder taillehoogte bevinden.
Houd de snijkop parallel aan de grond, zodat u de te
maaien planten gemakkelijk kunt bereiken zonder
voorover te hoeven buigen.
Lengte van trimdraad instellen
Met de aantipknop van de snijkop kunt u trimdraad
toevoeren zonder de motor te stoppen. Stoot de snijkop iets
op de grond (afb. 23) terwijl u de grastrimmer met een hoog
toerental laat lopen om meer draad vrij te geven.
OPMERKING: De trimdraad moet altijd de maximale lengte
hebben. Naarmate de trimdraad korter word wordt,
wordt de draadtoevoer moeilijker.
Elke keer wanneer de kop op de grond wordt gestoten,
wordt ca. 25 mm trimdraad toegevoerd. Een mes in de
veiligheidsplaat van het maaiopzetstuk knipt de draad op de
juiste lengte af als er te veel draad is vrijgegeven.
De aantipknop kan het best op de kale of harde grond
worden gestoten. Wanneer u probeert om de trimdraad in
hoog gras toe te voeren, kan de motor afslaan. Houd de
trimdraad altijd op volledige lengte. Het toevoeren van draad
wordt moeilijker naarmate de trimdraad korter is.
OPMERKING: De aantipknop niet over de grond trekken.
De draad kan breken door:
vastraken in voorwerpen
normale materiaalmoeheid
het knippen van dikke stengels
slaan tegen muren of tuinhekken.
103