SC-P20000 Series/SC-P10000 Series Gebruikershandleiding
Aangep. Papierinst.
Stel voor in de handel verkrijgbaar papier elk item in de volgende tabel op basis van de papiereigenschappen in.
Selecteer bij het aanpassen van de papierinstellingen voor origineel Epson-papier bij Referentiepap. Select. het
overeenkomende papiertype en geef vervolgens de instellingen op. Tijdens het afdrukken heeft dit item voorrang
boven de printerdriver en de RIP-instellingen van de software.
* Standaardinstelling
Item
XXXXXXXXXXX
Referentiepap.
Photo Paper
Select.
Proofing Paper
Fine Art Paper
Matte Paper
Plain Paper
Andere
Geen Papier Gesel.
Degelruimte
1,2
1,6
2,1
2,4
Papierdikte
0,1 tot 1,5 (0,2
Papiertoev. Aan-
Blokpatroon
pass.
Dradenkruis
Waarde
Zuigdruk
-4 tot +3 (0
Het menu op het bedieningspaneel gebruiken
Beschrijving
De naam van de geregistreerde instelling wordt weergegeven.
Selecteer het afdrukmateriaal dat het meeste overeenkomt met het pa-
pier dat u gebruikt. Selecteer Geen Papier Gesel. als u geen specifiek
papiertype wilt opgeven.
In Epson Color Calibration Utility kunt u echter Geen Papier Gesel. niet
gebruiken als instelling voor Referentiepap. Select. Selecteer een van de
andere papiersoorten.
De instelling voor de waarde van de degelruimte (de ruimte tussen de
printkop en het papier) wordt geselecteerd op basis van het papier dat
is geselecteerd in Referentiepap. Select. Meestal gebruikt u de geselec-
teerde instelling. Selecteer een bredere instelling als de afdrukresultaten
krassen of vlekken hebben. Deze instelling wordt zelfs niet gewijzigd
wanneer u de Degelruimte wijzigt in Printerinstelling in het menu In-
stellen. Indien Printkop Uitlijnen naar uw mening onvoldoende effect
heeft gehad, stelt u een smallere waarde in.
*
Druk op de knoppen d/u om de papierdikte in te voeren. Druk op de
)
knop Z om de instellingen toe te passen.
Gebruik deze instelling als u problemen met streepvorming (horizontale
strepen of ongelijkmatige kleuren) in het normale afdrukgebied (bij los-
se vellen het gebied zonder een strook van 1 tot 2 cm onderaan het pa-
pier) niet kunt oplossen, zelfs niet na het reinigen of printkop uitlijnen.
Raadpleeg voor meer informatie en de procedures voor elk item de on-
derstaande gegevens.
"Papiertoev. Aanpass." op pagina 156
U
*
Het is belangrijk om de juiste zuigdruk in te stellen voor het gebruikte
)
papier om de juiste afstand tussen het papier en de printkop te handha-
ven. Een te hoge waarde voor dun of zacht papier vergroot de afstand
tussen het papier en de printkop waardoor de afdrukkwaliteit terug-
loopt of het papier niet goed doorloopt. In dergelijke gevallen moet u
de zuigdruk verlagen.
Een lagere waarde betekent minder kracht.
131