Download Print deze pagina

Stiebel Eltron WPL 34 Handleiding Voor Bediening En Installatie pagina 8

Advertenties

.CZ`<<`.
BHC`&
10. Montage
10.1 Transport
- Let er tijdens het transport op dat het zwaartepunt van het
toestel in het gebied ligt waar de compressor is aangebracht.
- Bescherm het toestel tijdens het transport tegen zware
stoten.
- Als de beschikbare transportruimte krap is, kan het toestel
ook in een schuine stand worden vervoerd.
10.2 Algemeen
ª Plaats het basistoestel op de voorbereide ondergrond. Houd
daarbij rekening met de richting van de luchtafvoer.
ª Lijn het toestel waterpas uit door de toestelvoeten af te
stellen.
ª Schroef de 12 bevestigingsschroeven uit het frame van het
basistoestel en bewaar deze.
Om de afdekkingen te bevestigen, zijn bovenaan in het
frame vier schroeven voorzien. Voor het bevestigen van de
afbuigkappen zijn 8 schroeven beschikbaar.
ª Monteer de bekledingsdelen pas nadat de elektrische en de
hydraulische aansluitingen tot stand zijn gebracht.
10.3 Opstelling
Bij de opstelling moeten de waterleidingen en elektrische
installatiekabels onderlangs door de uitbreekopening in de bodem
worden ingevoerd in het toestel.
1
2
3
4
5
1 Kabelkanaal
2 Elektrische aansluitkabels
3 Condensaatafvoerslang
4 Verwarmingsaanvoer en verwarmingsretour
5 Installatiebuis voor elektrische aansluitkabels,
verwarmingsaanvoer en verwarmingsretour
6 Vulling met grof grind
7 Betonfundering
Ä
’qT< Ô
Ô
Ñ
6
7
10.4 Verwarmingswateraansluiting
De installatie van de warmtepompverwarming moet door
een installateur worden uitgevoerd overeenkomstig de
waterinstallatieschema's in de planningsdocumenten.
ª Spoel het leidingsysteem grondig door voordat de
warmtepomp wordt aangesloten. Vreemde voorwerpen,
zoals lasparels, roest, zand, afdichtingsmateriaal...
belemmeren de goede werking van de warmtepomp.
10.5 Zuurstofdiffusie
Gevaar voor beschadiging!
!
Vermijd open verwarmingsinstallaties of installaties met
stalen buizen in combinatie met vloerverwarmingen met
niet-diffusiedichte kunststofbuizen.
Bij niet-diffusiedichte kunststof buizen voor vloerverwarming
of open verwarmingsinstallaties kan bij gebruik van stalen
verwarmingselementen of stalen buizen door zuurstofdiffusie
corrosie aan de stalen delen optreden.
De corrosieproducten, zoals roestslib, kunnen in de condensor van
de warmtepomp neerslaan en door vernauwing van de doorsnede
vermogensverlies van de warmtepomp of het uitschakelen door
de hogedrukbewaking veroorzaken.
10.6 Verwarmingsinstallatie vullen
Watertoestand
Om schade door kalkafzetting te voorkomen moet u op het
volgende letten, wanneer u de installatie met verwarmingswater
vult:
- de totale hardheid van het water moet < 7 °dH zijn;
- de som van de aardalkaliën in het water moet < 1,2 mol/m³
zijn;
- VDI 2035, blad 1.
Opgelet! Er mag geen water of regenwater worden gebruikt
dat volledig is ontzout, omdat dit leidt tot corrosieverergering.
Geschikte toestellen voor ontharden, evenals voor het vullen en
spoelen van verwarmingsinstallaties kunt u via onze klantenservice
lenen of deze zijn via de vakhandel verkrijgbaar.
Verwarmingsinstallatie ontluchten
Ontlucht het leidingsysteem zorgvuldig. Bedien daarvoor
het ontluchtingsventiel dat in de warmtepomp in de
verwarmingsaanvoer is ingebouwd.
10.7 Condensaatafvoer
Voor de condensaatafvoer werd in de fabriek een buis gemonteerd
op de ontdooibak. De buis eindigt in de buurt van de opening in de
bodemplaat. Om het condensaat te kunnen afvoeren, is het toestel
voorzien van een slang van twee meter met een hoekstekker.
10.8 Tweede warmtegenerator
Bij bivalente systemen moet de warmtepomp altijd worden
geïntegreerd in de retour van de tweede warmtegenerator (bijv.
olieketel).
꼐¼ùé¼ù

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wpl 47Wpl 57