Download Print deze pagina

Stiebel Eltron WPL 34 Handleiding Voor Bediening En Installatie pagina 12

Advertenties

.CZ`<<`.
HCV+He
hieromtrent vindt u bij de bevoegde bewakingsinstantie (bijv.
TÜV).
Na de ingebruikname moet u het ingebruiknameprotocol in deze
handleiding invullen.
12.1 Controle voor de ingebruikname
Controleer de hierna vermelde punten voor de ingebruikname.
Verwarmingsinstallatie
- Hebt u de verwarmingsinstallatie met de juist druk gevuld en
de snelontluchter geopend?
Temperatuursensor
- Hebt u de buitensensor en de retoursensor op de juiste wijze
aangesloten en geplaatst?
Netaansluiting
- Hebt u de netaansluiting vakkundig uitgevoerd?
12.2 Eerste ingebruikname
12.2.1 De stooklijn instellen
Het rendement van een warmtepomp neemt af naarmate
de aanvoertemperatuur stijgt. Daarom dient u de stooklijn
nauwkeurig in te stellen. Als de stooklijn te hoog wordt ingesteld,
sluiten de zone- of thermostatische kranen, zodat het vereiste
minimale debiet in het verwarmingscircuit eventueel niet kan
worden gehaald.
Aan de hand van de volgende procedure kunt u de stooklijn correct
instellen:
- open volledig de thermostatische- of zonekranen in een
regelkamer (bijvoorbeeld woon- en badkamer).
Het is aan te bevelen geen thermostatische kranen
of zonekranen te monteren in de regelkamer. Regel
voor deze ruimtes de temperatuur met behulp van een
afstandsbediening.
- Pas bij verschillende buitentemperaturen (bijv. –10 °C en
+10 °C) de stooklijn zo aan dat de gewenste temperatuur in
de regelkamer wordt ingesteld.
Richtwaarden voor het begin:
T| | ¼ ¼
pù ¼
Stooklijn
0,4
Regeldynamiek
5
Kamertemperatuur
21 °C
Als de kamer temperatuur in het overgangsseizoen
(buitentemperatuur ca. 10 °C) te laag is, dient u de parameter
"Kamertemperatuur" te verhogen.
Als er geen afstandsbediening geïnstalleerd is, leidt een
verhoging van de parameter "Kamertemperatuur" tot een
parallelle verschuiving van de stooklijn.
Als de kamertemperatuur bij lage buitentemperaturen te laag is,
moet de parameter "Stooklijn" worden verhoogd.
’qT< Ô
Ô
Ñ
¼
|
ê Ö
V|®ê|
¼
0,8
15
21 °C
Verlaag de temperatuur in het volledige gebouw niet door alle
zonekranen of thermostatische kranen dicht te draaien, maar
door gebruik te maken van de verlagingsprogramma's.
Als alles correct is uitgevoerd, kunt u het systeem opwarmen tot
de maximale bedrijfstemperatuur en nogmaals ontluchten.
Gevaar voor beschadiging!
!
Let bij vloerverwarmingen op de maximaal toegelaten
temperatuur voor de vloerverwarming.
12.3 Bediening en werking
Gevaar voor beschadiging!
!
De stroomvoorziening mag u ook buiten de
verwarmingsperiode niet onderbreken. Als de
stroomvoorziening wordt onderbroken, wordt de
actieve vorstbescherming van de installatie niet meer
gegarandeerd.
U hoeft de installatie 's zomers niet uit te schakelen. De WPM II
beschikt over een automatische zomer-/winteromschakeling.
12.4 Buiten dienst stellen
Als de installatie buiten dienst moet worden gesteld, zet u de
WPM II op stand-by. De veiligheidsfuncties voor de bescherming
van de installatie blijven op die manier verzekerd (bijv.
vorstbescherming).
Gevaar voor beschadiging!
!
Maak de installatie aan de waterzijde leeg, terwijl de
warmtepomp volledig is uitgeschakeld en wanneer er
vorstgevaar bestaat.
13. Onderhoud
GEVAAR voor elektrische schok!
Scheid het toestel op alle polen van het stroomnet
voordat u de ommanteling verwijdert!
Controleer de condensaatafvoer (visuele controle). Los vervuiling
en verstoppingen onmiddellijk op.
De verdamperlamellen die na het afnemen van de ommanteling
aan de linkerzijde toegankelijk zijn, moeten regelmatig van blad
en andere verontreinigingen worden bevrijd.
|
ê Ö
꼐¼ùé¼ù

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wpl 47Wpl 57