24 | Montage en installatie
Afb. 27 Fundering voor de buitenunit
[a]
zo lang mogelijk
[b]
minimaal 120 mm
[–]
M 10 funderingsschroef
5.5.3 Condensafvoer van de buitenunit maken
OPMERKING: Materiële schade door vorst!
Wanneer het condens niet wegloopt, kan ijsvorming bij
lage temperaturen schade aan de buitenunit veroorza-
ken.
▶ Installeer een condensafvoer of installeer de als ac-
cessoire leverbare condensopvang voor de buiten-
unit.
Het in de buitenunit optredende condens moet vorstvrij worden afge-
voerd.
▶ Waarborg, dat aan de bouwzijdige voorwaarden voor een betrouwba-
re condensafvoer is voldaan ( § 5.5.1).
Aan de onderzijde van de buitenunit bevinden zich 3 gaten voor de con-
densafvoer.
3
2
Afb. 28 Montage van de condensafvoer
[1]
condensslang
[2]
afvoerbus
[3]
afsluitdoppen
▶ Lijm de afvoerbus in een geschikt gat.
▶ Lijm de afsluitdoppen in de andere, niet gebruikte gaten. Breng de lijm
zorgvuldig aan, omdat deze ook voor de afdichting zorgt.
▶ Sluit de condensslang op de afvoerbus aan.
▶ Voorzie de condensafvoerleiding van een weersbestendige isolatie.
▶ Geleid de condens in een geschikte afvoerbuis.
▶ Beveilig tegen vorst:
wij adviseren, het als accessoires leverbare "elektrische verwar-
mingslint voor de condensafvoer van de buitenunit" te gebruiken.
6 720 803 689 (2012/11)
5.6
5.6.1 Veiligheid
In de warmtepomp mag uitsluitend koudemiddel R410A worden
gebruikt. Alleen gekwalificeerde en gecertificeerde koudemiddel-
technici mogen werkzaamheden aan de koudemiddel-installatie
uitvoeren.
b
a
▶ Gebruik bij de installatiewerkzaamheden de speciaal voor het koude-
middel R410A bedoelde gereedschappen en leidingcomponenten.
▶ Waarborg de dichtheid van de koudemiddelinstallatie. Ontsnappend
koudemiddel veroorzaakt bij contact met open vuur giftige gassen.
▶ Laat het koudemiddel niet in de atmosfeer ontsnappen.
Ontsnappend koudemiddel kan bij aanraken van de lekkageplaats be-
vriezing tot gevolg hebben.
▶ Wanneer koudemiddel ontsnapt, geen onderdelen van de warmte-
pomp aanraken.
▶ Voorkom huid- of oogcontact met het koudemiddel.
▶ Schakel bij huid- of oogcontact met het koudemiddel een arts in.
5.6.2 Installatie voorbereiden
Gereedschap
Voor de omgang met koudemiddel R410A benodigde gereedschappen:
• manometerset
• vulslang
• gaslekdetectieapparaat
• momentsleutel
• flare-gereedschap
• randprofiel
• adapter voor de vacuümpomp
• elektronische indicatie koudemiddelpeil
• buispersgereedschap.
Buizen en buisverbindingen
1
6 720 646 970-21.2ITL
Leiding
Vloeibaar koudemiddel
Gasvormig koudemiddel 12,7
Tabel 5 Maten voor koudemiddelleidingen
▶ Waarborg, dat de inwendige buisoppervlakken schoon zijn en vrij van
schadelijke vervuiling, zoals zwavelverbindingen, oxiderende stoffen,
vreemde objecten en stof.
– Bewaar de te gebruiken koudemiddelleidingen tijdens het inbou-
Koudemiddelcircuit installeren
In vergelijking met vroeger gebruikte koudemiddelen is
de druk van koudemiddel R410A ca. 1,6 maal hoger.
VOORZICHTIG: Materiële schade door verkeerde
installatie!
▶ Gebruik alleen gereedschappen, die speciaal zijn
bedoeld voor koudemiddel R410A.
WAARSCHUWING: Gevaar voor lichamelijk letsel door
ontsnappend koudemiddel!
Niet toegestane of verkeerd gedimensioneerde leidin-
gen kunnen knappen.
▶ Gebruik alleen leidingen met de aangegeven wanddik-
ten.
Buitendiameter [mm] Wanddikte [mm]
6,35
wen niet in de buitenlucht.
0,8
0,8
CompressHybrid 5000 AWS