Het apparaat installeren en instellen > Command Center RX
4
Configureer de instellingen.
Voor de items in bij "SMTP" en "Instellingen voor e-mail verzenden".
SMTP
Stel in om e-mails vanaf de machine te versturen.
[SMTP-protocol]
Geeft de SMTP-protocolinstellingen weer. Controleer of [SMTP-protocol] is ingesteld op [Aan]. Als [Uit]
is ingesteld, klik dan op [Protocols] en stel het SMTP-protocol in op [Aan].
[SMTP-servernaam]
Voer de hostnaam of het IP-adres van de SMTP-server in. Zorg ervoor dat de items worden ingevoerd.
[SMTP-poortnummer]
Geef het poortnummer op voor de SMTP. Het standaardpoortnummer is 25.
[Time-out SMTP-server]
Stel de wachttijd voor time-out in seconden in.
[Verificatieprotocol]
Voer de gebruikersinformatie voor verificatie in om SMTP-verificatie te gebruiken.
[SMTP-beveiliging]
Stel SMTP beveiliging in. Stel [SMTP-beveiliging] in voor "SMTP (E-mail TX)" op de pagina "Protocols".
[Verbinding testen]
Een test die controleert of de juiste bewerking wordt uitgevoerd met de instellingen, zonder hiervoor
een e-mail te verzenden.
[Domeinbeperkingen]
Klik, om de domeinen te beperken, op de [Domeinenlijst] en voer de domeinnamen van adressen in
die toegelaten of afgewezen moeten worden. De beperking kan ook gespecificeerd worden door het
e-mailadres.
92