Het apparaat installeren en instellen > Het bedieningspaneel gebruiken
10 [Reset]-toets
Zet de instellingen terug in hun oorspronkelijke stand.
11 [Num.Toetsenbord]-toets
Roept het numerieke toetsenbord op bij het typen van een cijfer of symbool.
12 [Verificatie/Afmelden]-toets
Voert een verificatie uit bij het wisselen van gebruiker en beëindigt (afmelden) de sessie van elke gebruiker.
13 [Spaarstand]-toets
Plaatst het apparaat in de slaapstand. Haalt een apparaat in slaapstand weer uit de slaapstand.
47