GT-SERIE
1 INSTRUMENT, 7 TOEPASSINGEN
Afbeelding 7-5: Toegepaste gaspiekwaarden
• Linker kolom - gasbereiken beschikbaar in de monitor
• Middelste kolom - concentratie van het gas dat wordt toegepast
• Rechter kolom - piekgaswaarde
4. Breng het gas aan met behulp van een vraagstroomregelaar.
5. Zodra de piekwaarde is gestabiliseerd, koppelt u het gas los.
6. Verlaat de stootproefmodus en sla de waarden automatisch op of ga terug naar het
kalibratiegasmenu om gas uit een andere fles te definiëren en toe te passen.
• Verlaat de stootproefmodus - houd de knop AFSLUITEN
• Keer terug naar het display van kalibratieglasselectie - houd de knop OK
7.2.2. Stootproefresultaten bekijken
Vanuit het scherm voor instelling van kalibratiegas (zie
houdt u de knop LAATSTE
Het scherm dat wordt weergegeven in afbeelding
weergegeven.
Afbeelding 7-6: Eerder opgeslagen stootproeven
• Gebruik de knoppen OMHOOG
markeren.
• Houd de knop VOLGENDE
Eenmaal
geselecteerd,
(zie
Afbeelding 7-7: Opgeslagen
3
Afbeelding 7-3: Voorbeeld
ingedrukt om de resultaten van de laatste 32 stootproeven te bekijken.
7-6: Eerder opgeslagen stootproeven
of OMLAAG
ingedrukt om te selecteren.
wordt
de
opgeslagen
stootproefwaarden).
ingedrukt.
ingedrukt.
kalibratiegasfles),
om de gewenste resultaten te
stootproefwaarde
weergegeven
wordt
67112NL
Revisie 12