Breng de monitor naar de frisse lucht en zet hem uit en weer aan. Als de fout aanhoudt, retourneert
u de monitor voor service.
Als er een nulstellingsfout is, kan de monitor nog steeds worden gebruikt om alle andere
geïnstalleerde bereiken te detecteren en te melden.
5.5.3. Sensorfout (na opwarmen)
1. NULSTELLINGSFOUT' en een moersleutelsymbool afgewisseld met een nulwaarde (zie
Afbeelding 5-6:
Nulstellingsfout).
• Breng het relevante testgas gedurende twee minuten aan en verwijder het vervolgens.
• Laat het display terugkeren naar nul.
• Zet de monitor UIT en weer AAN.
• Als de fout aanhoudt, retourneert u de monitor voor service.
2. 'NULSTELLINGSFOUT' en een moersleutelsymbool afgewisseld met een gaswaarde (zie
Afbeelding 5-5: Nulstellingsfout
• Laat de monitor 30 tot 60 minuten AAN staan.
• Zet het UIT en AAN.
• Als de fout aanhoudt, retourneert u de monitor voor service.
5.5.4. Bemonsterings- / flowfout
Als er een bemonsteringsfout optreedt, verschijnt het bericht 'FLOWFOUT' (zie
Flowfout) en:
• Pomp schakelt uit (behalve in de modus voor besloten ruimtes)
• Fout-LED gaat AAN.
Controleer de bemonsteringslijn, het filter en de sonde op verstopping. Verwijder de verstopping
en start de pomp vervolgens opnieuw door op de knop POMP
67112NL
Revisie 12
Afbeelding 5-6: Nulstellingsfout
(LEL)).
Afbeelding 5-7: Flowfout
GT-SERIE
1 INSTRUMENT, 7 TOEPASSINGEN
Afbeelding 5-7:
te drukken.
4