De oplaadperiode kan variëren, afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden zoals temperatuur
en de staat van de batterijen.
6.1.2.2. Laadstation
Het laadstation (zie
Afbeelding 6-9: Laadstation uit de
lokaliseren tijdens het opladen.
Zie
Instructieblad laadstation (onderdeelnr. 67252)
Afbeelding 6-9: Laadstation uit de GT-serie
De monitor plaatsen in het laadstation:
1. Controleer of de laadcontacten van de monitor (zie
de laadcontacten van het station (zie
67112NL
Revisie 12
AAN-INDICATOR
LOCATIE VAN DE
SONDE
Afbeelding 6-1 1: Laadstation - Locatie
LAADCON-
TACTEN
Afbeelding 6-10: Laadcontacten monitor
1 INSTRUMENT, 7 TOEPASSINGEN
GT-serie) zal de monitor ook veilig
voor meer informatie.
BEVESTIGINGSBAND
Afbeelding 6-10: Laadcontacten
GT-SERIE
monitor) en
monitor) schoon zijn.
5