7.14
Gasinstelling controleren en aanpassen
7.14.1 Instelling af fabriek controleren
Opgelet!
Functiestoringen of verkorting van de
levensduur van het product door verkeerd
ingestelde gasgroep!
Als de productuitvoering niet met de plaat-
selijk voorhanden gasgroep overeenkomt,
zullen er storingen optreden of u zult voor-
tijdig componenten van het product moeten
vervangen.
▶
Voor u het product in gebruik neemt, dient
u de informatie over de gasgroep op het
typeplaatje met de gasgroep te vergelij-
ken die op de opstellingsplaats te beschik-
king staat.
De verbranding van het product werd af fabriek gecontro-
leerd en voor het gebruik met de gasgroep, die op het type-
plaatje vastgelegd is, vooraf ingesteld.
Als u het product met aardgas G25 gebruikt, dan hebt u ca.
18% onderbelasting en een verhoogd luchtgetal!
Voorwaarde: De uitvoering van het product komt niet met de plaatselijke
gasgroep overeen
▶
Neem het product niet in gebruik.
Voorwaarde: De uitvoering van het product komt overeen met de plaatse-
lijke gasgroep
▶
Ga te werk zoals hierna beschreven.
0020149599_06 ecoTEC plus Installatie- en onderhoudshandleiding
7.14.2 Gasaansluitdruk controleren
(gasstroomdruk)
1006/5-5
1206/5-5
1
1.
Sluit de gaskraan.
2.
Draai de afdichtingsschroef van de meetnippel (1) aan
het gasblok met behulp van een schroevendraaier los.
3.
Sluit een manometer aan de meetnippel (1) aan.
4.
Open de gaskraan.
5.
Neem het product met het controleprogramma P.01 in
gebruik.
6.
Zorg ervoor dat de maximale warmtehoeveelheid aan
het CV-systeem afgegeven kan worden door de radia-
torkranen open te draaien.
7.
Meet de gasaansluitdruk ten opzichte van de atmos-
feerdruk.
–
Toegestane gasaansluitdruk bij gebruik met aard-
gas E(R) (H-gas) 20 mbar: 1,7 ... 2,5 kPa (17,0
... 25,0 mbar)
–
Toegestane gasaansluitdruk bij gebruik met aard-
gas E(R) (L-gas) 25 mbar: 1,7 ... 3,0 kPa (17,0
... 30,0 mbar)
8.
Stel het product buiten bedrijf.
9.
Sluit de gaskraan.
10. Verwijder de manometer.
11. Draai de schroef van de meetnippel (1) vast.
12. Open de gaskraan.
13. Controleer de meetnippel op gasdichtheid.
Ingebruikname 7
806/5-5
1
21