De gazontrekker reinigen
De behuizing, motor en transmissie reinigen
Spuit de motor en alle lagers (wielen, transmissie,
meslager) niet met water of een hogedrukreiniger
schoon.
Water dat binnendringt in het ontstekingssys-
teem, de carburateur en het luchtfilter kan storin-
gen veroorzaken. Water in de lagers kan leiden
tot verlies van smering en dus tot vernieling van
de lagers.
Gebruik voor het verwijderen van vuil en grasres-
ten een doek, handborstels, borsteltjes met lange
steel of iets gelijkaardigs.
VOORZICHTIG!
Beschadiging van de elektrische in-
stallatie door binnendringend water!
Zorg er bij het reinigen van de trekker
voor dat er geen water in de elektrische
installatie geraakt!
Het uitwerpkanaal reinigen
Door regelmatig reinigen wordt de vrije beweging
van de maaihoogteverstelling gegarandeerd.
Het uitwerpkanaal bestaat uit twee in elkaar ge-
schoven delen. Het onderste deel is stevig vast-
geklikt in de maaierbehuizing. Het bovenste deel
kan eruit worden getrokken om te reinigen.
1. Verwijder de grasopvangbak.
2. Verwijder de schroeven (17a) links en rechts
van het uitwerpkanaal.
3. Trek het uitwerpkanaal er door de achterwand
naar achter uit.
4. Reinig het bovenste en onderste uitwerpka-
naal grondig.
469591_a
5. Steek het uitwerpkanaal in de achterwand.
Zorg er daarbij voor dat het bovenste en on-
derste deel schoon worden samengevoegd.
6. Schroef deze met de twee bevestigingsschro-
even vast.
7. De grasopvangbak kan opnieuw worden ge-
monteerd.
Reiniging van het maaisysteem
Op het maaidek bevinden zich aansluitingen voor
een 1/2" waterslang-koppeling (18a). Door een
waterslang aan te sluiten, kan het maaisysteem
worden gereinigd.
Tijdens het reinigingsproces moet de gra-
sopvangbak of een geschikt toebehoren, bijv.
zwadbak, gemonteerd zijn.
1. Sluit de waterslang aan op de gazontrekker
(18a) en draai het water open.
2. Start de motor en stel een middelgroot motor-
toerental in.
3. Breng de maaier naar beneden tot de laagste
maaihoogte.
4. Schakel de maaier in.
5. Na enkele minuten is het maaisysteem gerei-
nigd.
6. Schakel de maaier uit.
7. Zet de motor uit.
8. Draai het water dicht en verwijder de slang.
9. Start de motor nog eens en laat de maaier nog
enkele minuten draaien om water eruit te wer-
pen.
10. Reinig de grasopvangbak.
45