Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rij-Beschrijving Richting; Ingebruikname - AL-KO Solo Vertaling Van De Originele Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

nl
Rij-
Beschrijving
richt-
ing
Vooruit
Gebruik het rechter pedaal (3b) om
vooruit te rijden.
Achte-
Gebruik het linker pedaal (3a) om
ruit
achteruit te rijden.
ADVICE
Wanneer enkel het pedaal
om achteruit te rijden wordt
gebruikt, wordt de maaier
uitgeschakeld.
Maaibedrijf tijdens achterui-
trijden:
Hydrostaat (pedaalbediening)
De hydrostaat (pedaalbediening) wordt bediend
door twee pedalen (3a en 3b).
Om te vertrekken laat u bij draaiende motor eerst
de parkeerrem (4a) los en daarna drukt u het pe-
daal (3b) in om vooruit te rijden of het pedaal (3a)
om achteruit te rijden. Hoe verder u het pedaal in-
drukt, hoe sneller u in de gekozen richting rijdt.
Vooruit rijden: duw op de rechterkant het bui-
tenste pedaal in (3b).
Achteruit rijden: duw op de rechterkant het bin-
nenste pedaal in (3a).
Bediening maaier
Maaihoogte instellen
De maaier van de trekker kan met een hendel
(5b) rechts naast de bestuurdersstoel in meerdere
stappen in de hoogte worden versteld.
1. Beweeg de verstelhendel (5b) in de ge-
wenste richting. Hendel naar beneden bete-
kent lage maaihoogte, hendel naar boven,
grote maaihoogte.
Maaier inschakelen
Elektrische inschakeling: Op het instrumenten-
paneel bevindt zich een schakelaar (1e). Schakel
hiermee de maaier in.
38
zie hoofdstuk "Maaien
met de gazontrekker".

INGEBRUIKNAME

WAARSCHUWING!
Gevaren door onvolledige montage!
De gazontrekker mag niet worden ge-
bruikt voordat hij volledig is gemonteerd!
Voer alle montagewerkzaamheden uit
die in de montagehandleiding worden
beschreven. Vraag in geval van twijfel
vóór de ingebruikname aan een vakman
of de montage correct werd uitgevoerd!
Controleer of alle beschermings- en
beveiligingsvoorzieningen aanwezig zijn
en functioneren!
Maaier controleren
Voor het gebruik moet altijd visueel worden geïn-
specteerd of het snijmechanisme, de bevesti-
gingsbouten en de totale snijeenheid versleten of
beschadigd zijn. Om een onbalans te vermijden,
moeten versleten of beschadigde messen door
nieuwe worden vervangen.
Vullen met olie
Voor de eerste ingebruikname moet de motor met
olie worden gevuld. Neem hiervoor de handlei-
ding van de motorfabrikant in acht. Houd er ook
rekening mee dat het oliepeil regelmatig moet
worden gecontroleerd en dat olie eventueel moet
worden bijgevuld.
Vullen met brandstof
WAARSCHUWING!
Gevaren bij de omgang met brand-
stof!
Brandstof vat uiterst gemakkelijk vlam.
Maak de brandstoftank alleen leeg in de
openlucht! Rook niet! Tank niet wanneer
de motor draait of heet is!
Gebruik bij het tanken van brandstof een ge-
schikte vultrechter of vulbuis om zo te voorkomen
dat er brandstof wordt gemorst op de motor, de
behuizing of op de ondergrond.
Uit veiligheidsoverwegingen moeten de brand-
stoftankdop en andere tankdoppen worden
vervangen wanneer deze beschadigd zijn.
Wanneer brandstof is overgelopen, mag de mo-
tor niet worden gestart. De trekker moet worden
verwijderd van de plaats die bevuild is met brand-
stof en de verspilde brandstof moet met een doek
worden geabsorbeerd en weggeveegd van de bo-
dem, de motor en de behuizing.
De bedieningselementen
469591_a

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave