13. Verlaat nooit de bestuurdersstoel terwijl de tractor
in werking is. Stap nooit op of van de tractor als de
motor loopt en de aftakas is ingeschakeld. Stap
nooit over de aftakas heen om naar de andere kant
van de tractor te gaan. Loop om de machine heen.
14. Zorg ervoor dat de verluchter op een horizontaal
vlak staat en op de roller of naspoor/veiligheids-
steun rust, voordat u deze loskoppelt van de tractor.
15. Als u dieper onder de grond moet werken, gebruik
dan niet-geleidend materiaal om geen elektrische
schok te krijgen als u een elektriciteitskabel raakt.
Transport
16. Houd u aan alle verkeersregels inzake het
transport van machines over de openbare weg en
verkeerswegen.
17. Zorg ervoor dat alle vereiste reflectoren en lichten
op hun plaats zitten, schoon zijn en zichtbaar zijn
voor inhalend en tegemoetkomend verkeer.
18. Laat tijdens het transport niemand op de machine
rijden.
19. Verminder uw snelheid op slechte wegen en
moeilijk begaanbaar terrein.
20. Onafhankelijke remmen moeten ALTIJD worden
geblokkeerd tijdens het transport over de weg.
Aftakas
21. Voor demontage- en reparatiewerkzaamheden aan
alle stalen onderdelen van de aftakas (buizen,
lagers, verbindingsstukken, enz.), raden wij u
ten zeerste aan contact op te nemen met uw
plaatselijke Toro-dealer. Onderdelen die bij
reparatiewerkzaamheden worden gedemonteerd
en vervolgens weer gemonteerd, kunnen
beschadigingen oplopen als dit niet op correcte
wijze gebeurt met behulp van speciaal gereedschap
dat aanwezig is in de werkplaats van de dealer.
22. De aftakas mag niet worden gebruikt zonder de
bijgeleverde afdekplaten, met gedeeltelijke
beveiliging en met beschadigde afdekplaten. Ook
mag de aftakas niet worden gebruikt als de speciale
antirotatiekettingen niet op de juiste wijze zijn
vastgehaakt, d.w.z. op zodanige wijze dat de
aftakas de maximale hoek kan maken zonder dat de
kettingen breken.
Veiligheid
Veilige opslag
23. Bewaar uw verluchter op een stabiel, horizontaal
oppervlak.
24. Bewaar de machine op een plaats waar niemand
werkt of komt.
25. Laat kinderen NIET spelen op of in de buurt van de
opgeslagen machine.
26. Zorg ervoor dat de verluchter niet van zijn plaats
kan komen, stabiel en stevig is vastgezet en niet
wegzakt in zachte grond waardoor de machine kan
omslaan.
27. Zorg ervoor dat de achtersteunpen goed vastzit op
zijn plaats.
28. Zet de verluchter vast zodat deze niet kan rollen of
omslaan.
Onderhoud
29. Voordat u de machine een onderhoudsbeurt geeft
of afstelt, moet u de motor afzetten, de aftakas
uitschakelen en de parkeerrem inschakelen alvorens
de ontluchter los te koppelen van de tractor. Zorg
ervoor dat de verluchter op de grond staat of rust
op de naspoor/veiligheidssteunen.
30. Ondersteun de verluchter met de naspoor/
veiligheidssteun als u onder de machine werkt.
Vertrouw er NOOIT op dat het hydraulische
systeem van de tractor de machine zal
ondersteunen.
31. Zet alle bedieningsorganen in de neutraalstand,
schakel de motor uit, zet de tractor op de
parkeerrem en wacht tot alle bewegende delen tot
stilstand zijn gekomen, voordat u de verluchter een
onderhoudsbeurt geeft, afstelt of deblokkeert.
32. Zorg ervoor dat u veilig met de machine kunt
werken. Daartoe moeten moeren, bouten en
schroeven goed vastzitten. Controleer de moeren en
de schroefbouten van de bevestiging van de tanden
veelvuldig om ervoor te zorgen dat deze vastzitten
overeenkomstig de specificaties.
33. Riemspanning NIET controleren of afstellen als de
motor van de tractor loopt.
34. Plaats alle afdekplaten terug en sluit de kap goed,
nadat de machine een onderhoudsbeurt heeft
gekregen of is afgesteld.
– 4 –