Met de aan/uit-toets (2) schakelt u het apparaat in en uit.
De joystick is beweegbaar in vier richtingen (3).
Door erop te drukken activeert u de actieve menu-
optie.
Met de Backspace-toets (4) kunt u tekens
verwijderen.
Met de tekentoets (5) opent u een set tekens en
symbolen tijdens het bewerken van tekst.
Met de Shift-toetsen (6) kunt u hoofdletters en symbolen intoetsen. U kunt eerst
op de Shift-toets en vervolgens op de gewenste toets drukken of beide toetsen
tegelijkertijd indrukken.
Met de spatiebalktoetsen (7) voert u spaties in.
Met de toets Bellen (8) kiest u een nummer en beantwoordt u inkomende
oproepen. Vanuit de standby-modus kunt u met deze toets de laatstgekozen
nummers kiezen.
Met de linkerselectietoets (9) en rechterselectietoets (9) selecteert u de menu-
optie die boven de toets in het display wordt weergegeven.
Met de Einde-toets (10) beëindigt u een actieve oproep of sluit u een functie af.
Met de Enter-toets (11) begint u een nieuwe regel bij het invoeren van tekst.
■ De joystick
Met de joystick kunnen tal van functies worden uitgevoerd:
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
29