• De toezichthoudende autoriteit kan in individuele
gevallen nodige controlemaatregelen vereisen.
• Een drukvat mag niet worden gebruikt als het de-
fecten vertoont die werknemers of derden in ge-
vaar brengen.
• Controleer vóór elk gebruik het drukvat op roestvor-
ming en beschadigingen. De compressor mag niet
gebruikt worden als het drukvat beschadigd of roes-
tig is. Neem contact op met de klantendienst-werk-
plaats als u beschadigingen constateert.
Bewaar de veiligheidsvoorschriften zorgvuldig.
Restrisico's
Volg de in de gebruikshandleiding voorgeschreven on-
derhouds- en veiligheidsvoorschriften op.
Let altijd goed op tijdens het werk en zorg dat derden
op een veilige afstand van uw werkplek blijven.
Ook bij een juiste wijze van gebruik van het apparaat
blijven er altijd bepaalde restrisico's bestaan, die niet
kunnen worden uitgesloten. Uit het soort en de con-
structie van het apparaat kunnen de volgende potenti-
ele gevaren worden afgeleid:
• Onopzettelijk inschakelen van het product.
• Beschadiging van het gehoor, als de voorgeschre-
ven gehoorbescherming niet wordt gedragen.
• Vuildeeltjes, stof enz. kunnen ondanks het dragen
van de veiligheidsbril in uw ogen of gezicht terecht-
komen.
• Inademen van opstuivende vuildeeltjes.
6. Technische gegevens
netaansluiting
Motorvermogen
Bedrijfsmodus
Toerental compressor
Inhoud drukvat
Bedrijfsdruk
Theor. Aanzuigcapaciteit
Effectief geleverde hoeveelheid
bij 1 bar
Beschermingsgraad
Apparaatgewicht
60 | NL
Olie (15W 40)
Max. plaatsingshoogte (boven
NAP)
De geluidsemissiewaarden zijn volgens EN ISO 3744
bepaald.
Draag gehoorbescherming.
Het effect van lawaai kan gehoorverlies zijn.
m Waarschuwing! Lawaai kan ernstige gezondheids-
klachten tot gevolg hebben. Draag geschikte gehoor-
bescherming indien de geluidsproductie van de machi-
ne groter is dan 85 dB (A).
Geluidsniveau L
Geluidsdrukniveau L
Onzekerheid K
7.
• Controleer vóór het aansluiten of de specificaties op
het typeplaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet.
• Verwijder voor ingebruikname de transportplug (F)
en vul het compressorpomphuis met olie, zoals be-
schreven bij punt 8.4.
• Controleer het apparaat op transportschade. Meld
eventuele schade direct bij het transportbedrijf dat
de compressor heeft bezorgd.
• De opstelling van de compressor moet nabij de ver-
bruiker plaatsvinden.
• Lange luchtleidingen en lange snoeren (verleng-
snoeren) moeten worden voorkomen.
• Let er op dat de aanzuiglucht droog en stofvrij is.
230 V~ 50 Hz
• De compressor niet in vochtige of natte ruimtes op-
1100 W
stellen.
max. 1500 W
• De compressor mag slechts in gepaste ruimten
S1
(goed geventileerd, omgevingstemperatuur +5°C
tot 40°C) worden gebruikt. In de ruimte mag geen
2850 min
-1
sprake zijn van stof, zuren, dampen, explosieve of
50 l
brandbare gassen.
ca. 8 bar
• De compressor is geschikt voor gebruik in droge
ruimtes. In het bereik waar met spatwater wordt ge-
ca. 220 l/min
werkt, is gebruik niet toegestaan.
• Vóór inbedrijfstelling dient het oliepeil in de com-
ca. 158 l/min
pressorpomp te worden gecontroleerd.
IPX2
• Bij mooi en droog weer mag de compressor alleen
korte tijd buiten worden gebruikt.
ca. 30 kg
www.scheppach.com
wA
pA
wA/pA
Voor de ingebruikname
ca. 0,25 l
1000 m
93 dB(A)
70,5 dB(A)
2,39 dB(A)