7.2.
Het voertuig vervoeren
Houd rekening met het volgende wanneer u het voertuig wilt vervoeren.
• Draagt u het voertuig met de hand, pak het dan vast bij de daarvoor bedoelde handgrepen, niet bij andere onderdelen.
• Volg in het openbaar vervoer de regels van het vervoerbedrijf.
• Het voertuig kan, zonder inzittende, over land en per vliegtuig worden vervoerd.
Til of hijs het voertuig niet op wanneer er iemand in zit of zich bagage of voorwerpen op het
voertuig bevinden. Houd het voertuig altijd aan de daarvoor bestemde handgrepen vast en houd
rekening met het gewicht als u het voertuig optilt. Til het voertuig niet op aan het accuhandvat
als de accu nog in het voertuig zit.
De gebruiker loopt het risico gewond te raken en het voertuig kan beschadigd raken.
Gebruik het voertuig niet als stoel in auto's of andere voertuigen.
Het voertuig kan beschadigd raken en er bestaat risico op ongevallen. Het
symbool rechts geeft aan dat het voertuig niet is bedoeld om gebruikt te worden
als stoel in een gemotoriseerd voertuig.
Probeer niet het voertuig een helling op te manoeuvreren als de kantelbeveiligingsrollen de
grond bij de helling raken. Als de kantelbeveiligingsrollen de grond raken, betekent dit dat de
helling te steil is voor het voertuig.
Het is erg gevaarlijk om te proberen het voertuig te manoeuvreren terwijl de kantelbeveiligingsrollen
de grond of een helling raken. Het voertuig kan dan onbestuurbaar worden.
Zorg ervoor wanneer u het voertuig in de kofferbak van een auto of in een trein, bus of ander
voertuig voor openbaar vervoer transporteert, dat elk onderdeel goed is vastgezet.
Anders kunnen onderdelen gaan bewegen door trillingen of stoten en kan het voertuig
beschadigd raken.
Zorg dat het voertuig goed vast staat wanneer u een rolstoellift gebruikt om het voertuig op te tillen.
Het voertuig kan vallen en beschadigd raken.
Plaats de controller niet op de grond waanneer het voertuig is ingeklapt en oefen geen
overmatige kracht uit op de controller.
Het risico bestaat dat de controller beschadigd raakt, waardoor het voertuig niet meer kan
worden bestuurd.
Vervoer het voertuig niet met een zwaar voorwerp erbovenop.
Er bestaat risico op defecten aan het voertuig.
• De limieten van het voertuig zijn niet getest conform de Technische Specificatie voor Interoperabiliteit met
betrekking tot toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit (TSI PRM).
• Wilt u een vliegreis maken met uw voertuig, neem dan vooraf contact op met de vliegmaatschappij voor
instapinformatie voor gebruikers met een mobiliteitshulpmiddel. De vliegmaatschappij kan u vragen om de
specificaties van het voertuig. Op het FAQ-gedeelte van de website van WHILL vindt u alle voertuigspecificaties
die relevant kunnen zijn voor vliegmaatschappijen.
Houd er rekening mee dat sommige luchtvaartmaatschappijen kunnen weigeren om uw voertuig te vervoeren.
7. Het voertuig opslaan en vervoeren
WAARSCHUWING
LET OP
Gebruikershandleiding WHILL Model F
7
93