1 INLEIDING
1.3
Regelingen
Fluxkraan open/dicht
•
Druk één keer op de knop om de fluxkraan te openen.
•
Druk opnieuw op de knop om de fluxkraan weer te sluiten.
Fluxopvang AAN/UIT
•
Druk op de knop om de fluxopvangeenheid te activeren.
•
Druk opnieuw op de knop om de fluxopvangeenheid uit te schakelen.
Functietoetsen
De vijf toetsen (1 - 5) onder het display hebben verschillende functies. Het zijn "functietoetsen", d.w.z.
dat ze, afhankelijk van het menu dat u gebruikt, verschillende functies kunnen hebben. De huidige
functie voor deze toetsen wordt getoond in de onderste regel van het display. Als de functie actief is,
verandert de kleur van het veld met het tekstvak in wit.
Instelknop voor lasstroom/draadaanvoersnelheid
De knop voor lasstroom/draadaanvoersnelheid/balans wordt gebruikt voor het verhogen of verlagen
van de ingestelde waarden.
Instelknop boogspanning
De knop voor boogspanning/offsetspanning wordt gebruikt voor het verhogen of verlagen van de
ingestelde waarden.
Instelknop transportsnelheid
De knop voor transportsnelheid/frequentie wordt gebruikt voor het verhogen of verlagen van de
ingestelde waarden.
0448 311 001
- 7 -
© ESAB AB 2024