Inhoudsopgave
Advertenties
8 VOLGEN VAN LASNADEN
8.2
Volgen van lasnaden met groefaansturing
De volgende functies zijn ingesteld op de bedieningseenheid, volgen van verticale en horizontale
lasnaden of volgen van verticale lasnaden, afhankelijk of verticale en zijwaartse aansturing of enkel
verticale aansturing vereist zijn. De aanslagschroeven op de sensor moeten ten minste twee slagen of
tot het aanslagpunt worden losgeschroefd, zie de afbeelding hieronder. Hierdoor wordt de
veerbelasting voor de zoekvingers in zijwaartse richting ontlast en wordt groefaansturing mogelijk
gemaakt. Als de aanslagschroeven niet worden losgeschroefd, bestaat het gevaar dat de zoekvingers
tegen de lasnaadwanden "omhoog kruipen" in ondiepe V- en U-naden.
8.3
Lasnaadtabel
Voorbeelden van verschillende types lasnaden en van de toepassing van de geleidevinger tegen de
geleidingsranden.
Stomplas met dubbele flens
I-las (A=geleidebalk)
V-las
1/2 V-las
1/2 V-las
U-las
0448 311 001
Aanslagschroeven 2 slagen losgeschroefd
Type lasnaad
- 24 -
Instelling, bedieningskastje
OmhoogOmlaagLinks
OmhoogOmlaagRechts
OmhoogOmlaagLinks
OmhoogOmlaagRechts
OmhoogOmlaagLinksRechts
OmhoogOmlaagLinksRechts
OmhoogOmlaagLinks
OmhoogOmlaagRechts
OmhoogOmlaagLinksRechts
© ESAB AB 2024
of
of
of
Advertenties
Inhoudsopgave
