9 UITLEG VAN DE VERSCHILLENDE FUNCTIES
9.6
Draadaanvoersnelheid
Voor instelling van de gewenste draadaanvoersnelheid in cm/minuut of inch/minuut. Een hogere
draadsnelheid levert een hogere lasstroom op.
•
De draadaanvoersnelheid wordt ingesteld in het meetdisplay, het lasdata-instelmenu, of het
snelkeuzemenu.
9.7
ICE-draadaanvoersnelheid
De ICE-draadaanvoersnelheid wordt gebruikt om om de snelheid van de ICE-draad in te stellen als
percentage van de snelheid van de hete draad.
•
De ICE-draadaanvoersnelheid wordt ingesteld in het meetdisplay, het lasdata-instelmenu of het
snelkeuzemenu.
9.8
Startvertraging ICE-draad
De startvertraging ICE-draad wordt gebruikt om aan te geven hoe lang (s) na aanvang van het lassen
de ICE-draadaanvoer gestart wordt.
•
Startvertraging ICE-draad wordt ingesteld in het lasdata-instelmenu.
9.9
Transportsnelheid
De transportsnelheid geeft een vereiste snelheid (cm/min of inch/minuut) aan waarmee de kolom en
de zwenkarm of de wagen moeten bewegen.
•
De transportsnelheid wordt ingesteld in het meetdisplay, het lasdata-instelmenu, of het
snelkeuzemenu.
9.10
Lasrichting
Transportbeweging in de richting die het symbool aangeeft.
•
De lasrichting wordt geselecteerd in het lasdata-instelmenu.
9.11
AC-frequentie
(alleen van toepassing op de Aristo® 1000-stroombron)
AC-frequentie verwijst naar het aantal oscillaties per seconde op het nulniveau.
•
De AC-frequentie wordt geselecteerd in het lasdata-instelmenu.
9.12
AC-balans
(alleen van toepassing op de Aristo® 1000-stroombron)
AC-balans is de verhouding tussen positieve (+) en negatieve (-) pulsen. De ingestelde waarde geeft
het percentage aan van de periode in het positieve deel.
•
De AC-balans wordt geselecteerd in het lasdata-instelmenu.
0448 311 001
- 28 -
© ESAB AB 2024