Machinecombinatie-instellingen
Afstand B
De afstand tussen de GPS-ontvanger en het referentiepunt van de trac-
tor:
De afstand wordt in de rijrichting gemeten.
Het referentiepunt van de tractor is het middelpunt van de achteras.
1. Markeer naast de tractor het middelpunt van de achteras en de posi-
tie van de GPS-ontvanger met krijt op de grond.
2. Meet de afstand.
3. Druk op de knop „Afstand B".
Er wordt een invoerdialoog weergegeven.
4. Voer de gemeten waarde in en bevestig uw invoer met „Terug".
Aanbouwwijze en afstand C
De afstand tussen het koppelpunt en het referentiepunt van de tractor:
De afstand wordt in de rijrichting gemeten.
Het referentiepunt van de tractor is het middelpunt van de achteras.
Elke aanbouwwijze heeft zijn eigen afstand C. Voer de afstand C voor
alle bouwwijzen in.
Signaalconnector
Vervolgens schakelt u de functie signaalconnector in CCI.Config in. U
moet de signalen kalibreren. Volg de aanwijzingen in CCI.Config. De X-
sensor hoeft u alleen in te schakelen als u een X-sensor via de aanslu-
iting van de signaalconnector met de terminal heeft verbonden. Energie-
beheer kunt u hier alleen in combinatie met bepaalde ISOBUS-
uitbreidingkabels gebruiken.
58