NEDERLANDS
informatielabel op de oplader. De oplader is
normaal gesproken uitgerust met een vaste
voedingskabel met connector.
2. Controleer de polariteit van de connector en
de accukabel voordat u de lader aan de accu
koppelt. De oplader wordt normaal gesproken
geleverd met een accukabel met de volgende
polariteit:
Positief (+) = rood
•
Negatief (–) = blauw of zwart
•
3. Sluit de accukabels aan op de accu.
4. Koppel de lader aan het BMS.
5. Controleer de instellingen voor het BMS en
het oplaadproces. Zie Veiligheidsmaatregelen,
Voordat u het opladen begint.
Werking
Gebruikersinterface -
Configuratiescherm
Zie Afb.1, bedieningspaneel
1. NFC-symbool ( GET Ready)
2. Alarmlampje (Rood)
3. Oplaadlampje (Groen en geel)
4. Pauze
5. F1 / F2 (Sneltoetsen)
6. Toetsenbord voor navigatie in de
displaymenu's
7. Netspanningslampje (Blauw)
8. Display
Opladen
WAARSCHUWING
RISICO OP ELEKTRISCHE SCHOK!
Gebruik de acculader niet als deze beschadigd is.
Haal het apparaat onmiddellijk van de
netspanning af.
Raak geen beschadigde onderdelen, niet-
geïsoleerde accupolen, connectoren of andere
onder spanning staande elektrische onderdelen
aan.
Neem contact op met het servicepersoneel.
154
Aansluiten en beginnen met opladen
1. Controleer de kabels en connectors op
zichtbare beschadigingen.
2. Sluit het netsnoer aan. De
netspanningsindicator licht blauw op wanneer
de netspanning aangesloten is.
3. Sluit de oplader aan op de accu.
•
De BMS regelt het oplaadproces. Als er
een oplaadcurve wordt gebruikt, start het
oplaadproces automatisch.
•
De oplaadstatus wordt op het
bedieningspaneel getoond via de
oplaadlampjes (LED-indicatie).
Een groen accu-icoon brandt wanneer de
•
accu opgeladen. De accu-oplader gaat
verder met onderhoudsladen.
De accu kan continue aangesloten zijn op
•
de accu-oplader wanneer deze niet
gebruik is.
N.B.
Het kan even duren voordat het groene accu-
icoon gaat branden wanneer een volledig
opgeladen accu wordt aangesloten. Deze
vertragingstijd kan enkele uren bedragen.
Stop met opladen en koppel het
apparaat los
VOORZICHTIG
RISICO OP MATERIËLE SCHADE!
Koppel de accu niet los terwijl het laadproces
bezig is. Er kan een boogontlading optreden, die
de connectorpennen kan beschadigen. Stop altijd
eerst het laadproces voordat de accu wordt
losgekoppeld.
1. Stop het opladen van de accu door op de
Pauzeren-knop op het bedieningspaneel van
de accu-oplader te drukken.
Het oplaadproces kan hervat worden door de
ESC-knop te drukken.
2. Wanneer gestopt is kan de accu-oplader
losgekoppeld worden van de accu.