Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Zomernachtkoeling Functie (Snc); Overbrugging (Ovr); Warmtepomp - Komfovent RHP STANDARD 400 V Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor RHP STANDARD 400 V:
Inhoudsopgave

Advertenties

Voor deze functie is een extra luchtkwaliteitssensor nodig die in de ruimte is geïnstalleerd (zie "Installatiehandleiding"). Dezelfde sensor
wordt ook gebruikt voor de AQC-functie.
Sensortype wordt geselecteerd tijdens het bestellen. Later kan het sensortype worden gewijzigd in het menu "Instellingen" van de
afstandsbediening.
Voor informatie over het activeren van deze functie en het instellen van een kritische luchtkwaliteitswaarde, zie hoofdstuk "Regeling
en instellingen".

2.8. Zomernachtkoeling functie (SNC)

De zomernachtkoeling functie gebruikt de koele lucht van de nacht om het gebouw in de zomer te ventileren. Deze functie verwijdert
overtollige warmte die zich gedurende de dag heeft opgehoopt en vult het gebouw met koelere buitenlucht.
De functie loopt 's nachts (van 00:00 tot 06:00 uur) wanneer de buitenlucht koeler is dan de binnenlucht en de binnentemperatuur
hoger is dan de door de gebruiker gede nieerde limiet (d.w.z. dat er moet worden geventileerd). Wanneer deze functie wordt geactiveerd,
wordt de ventilatie-intensiteit tot het maximum verhoogd en wordt de buitenlucht naar het gebouw toegevoerd (alle koelapparaten worden
uitgeschakeld, de warmtewisselaar wordt gestopt). De gebruiker kan ook de ruimtetemperatuur instellen waarbij de functie wordt gestopt.
De zomernachtkoelingfunctie heeft voorrang op de ACV- en AQC-functies.
Voor informatie over het activeren van deze functie en het in- en uitschakelen van temperaturen, zie hoofdstuk "Regeling en instellingen".

2.9. Overbrugging (OVR)

De overbruggingsfunctiefunctie wordt geactiveerd door aangewezen contacten sluiten in het bedieningspaneel, d.w.z. door het aan-
sluiten van een schakelaar, afzuigkap of een bewegingssensor (zie "Installatiehandleiding"). Deze functie negeert de huidige ventilatiemodus
en schakelt over naar de vooraf geselecteerde modus of stopt deze. In het functie-instellingsscherm kan de gebruiker een willekeurige venti-
latiemodus, een wekelijks bedrijfsschema of het uitschakelen van der kast selecteren. Daarnaast kan de gebruiker ook aangeven wanneer de
overbruggingsfunctie moet worden uitgevoerd:
De hele tijd - functie wordt op elk moment geactiveerd door sluitende contacten, ongeacht of de kast in werking is of is gestopt.
Tijdens de werking - de functie wordt geactiveerd door sluitende contacten wanneer de kast in werking is. Wanneer de kast wordt
gestopt met een afstandsbediening of door een weekprogramma, kan de functie niet worden geactiveerd door sluitende contacten.
Wanneer gestopt - de functie wordt geactiveerd door sluitende contacten wanneer de kast gestopt is. Als de kast al in een ventilatiemo-
dus draait, kan de functie niet worden geactiveerd door sluitende contacten.
Deze functie is actief zolang contacten gesloten zijn. Wanneer de contacten open zijn, gaat de kast terug naar de vorige ventilatiemodus
of stopt, als deze is gestopt voordat de functie werd geactiveerd.

2.10. Warmtepomp

Alle RHP Standard-luchtbehandelingskasten zijn uitgerust met een geïntegreerde warmtepomp die zowel kan koelen als ook verwar-
men. Het warmtepompsysteem bestaat uit een leidingsysteem met koelmiddel, compressor, twee radiatoren (condensor en verdamper) en
aparte regelelektronica (voor meer informatie over de onderdelen van de warmtepomp, zie "Installatiehandleiding"). De warmtepomp wordt
automatisch geactiveerd wanneer een roterende warmtewisselaar niet in staat is de gewenste temperatuur te bereiken; en wordt uitgescha-
keld zodra de gewenste temperatuur is bereikt.
Een bepaalde luchtstroom is vereist voor de goede werking van een warmtepomp (zie "Installatiehandleiding" of technisch gegevens-
blad van de kast), d. w. z. om een e ciënte warmtewisseling te verzekeren en de druk van het koelmiddel binnen de perken te houden.
Wanneer de luchtstroom onder een minimumgrens daalt, wordt het vermogen van de warmtepomp tijdelijk verminderd en pas hervat wan-
neer de luchtstroom toeneemt. Als de vraag naar verwarming/koeling toeneemt wanneer de warmtepomp is uitgeschakeld, worden extra
verwarmers/koelers geactiveerd
Wanneer de warmtepomp in werking is, raden wij aan luchtbehandelingskasten te gebruiken met het kleinst mo-
gelijke luchtvolumeverschil tussen de toevoer- en afvoerluchtstromen. Bij grote onevenwichtigheden in het debiet
(>20%) nemen de capaciteit en het rendement van de warmtepomp af, waardoor de compressor op een kritische
koelmiddeldruklimiet werkt. Dit leidt tot een kortere levensduur en een grotere kans op defecten.
Wanneer de vraag naar verwarming of koeling niet hoog is (bijvoorbeeld wanneer de luchttemperatuur slechts enke-
le graden hoeft te worden gewijzigd) en de ventilatie-intensiteit laag is, zijn grotere schommelingen voelbaar dan de
normaal geleverde temperatuur. Dit kan komen doordat de compressor, zelfs bij minimale capaciteit, meer warmte/
koeling zal leveren dan nodig is om de gewenste temperatuur te bereiken. In dergelijke gevallen raden wij aan de
luchtstroom van de unit te verhogen of het temperatuurinstelpunt te wijzigen.
Om het energieverbruik van de luchtbehandelingskast te verminderen, werkt de warmtepomp niet wanneer de buitenluchttempera-
tuur tussen 15°C en 20°C ligt, omdat in dat geval de roterende warmtewisselaar meestal in staat is de gewenste luchttemperatuur te bereiken.
Wanneer de warmtepomp geblokkeerd is vanwege een lage luchtstroom of vanwege grenswaarden van de buitentemperatuur, ver-
schijnt er een warmtepomp-verbod-pictogram op het bedieningspaneel (zie hoofdstuk "Bedieningspaneel C5.1").
In de winter zal de verdamper van de warmtepomp op natuurlijke wijze bevriezen en periodiek overgaan in een automatische ontdooi-
cyclus (zie hoofdstuk "Beveiligingsfuncties").
1
Hangt van de con guratie af.
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
RHP STANDARD_user manual_24-10
1
.
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave