Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Komfovent RHP STANDARD 400 V Gebruikershandleiding pagina 35

Verberg thumbnails Zie ook voor RHP STANDARD 400 V:
Inhoudsopgave

Advertenties

Elimineer de oorzaak indien mogelijk. Als een storing niet kan worden opgelost, neem dan contact op met een bevoegde servicever-
tegenwoordiger.
Zorg ervoor dat er na het oplossen van problemen geen vreemde voorwerpen, puin of gereedschap in de kast achterblijft en sluit pas
daarna de deur van de kast
Sluit de kast aan op het elektriciteitsnet en verwijder alle berichten uit het berichtvenster.
Als een storing niet wordt opgelost, kan het zijn dat het apparaat, afhankelijk van de aard ervan, helemaal niet start of begint en na een
tijdje stopt door het weergeven van een bericht.
Hieronder vindt u een lijst met berichten en aanbevolen acties om storingen op te lossen. Deze berichten worden weergegeven op het
C5.1-bedieningspaneel, de mobiele app of een computer. Letter "A" markeert kritisch alarmen, letter "B" markeert informatieve berichten. Als
u uw foutcode niet in de tabel kunt vinden, neem dan contact op met een bevoegde servicevertegenwoordiger.
Code
Bericht
1B
Laag toevoer luchtdebiet
2B
Laag retour luchtdebiet
3B
VAV kalibratie fout
4B
Vervang buitenlucht lter
5B
Vervang retourlucht lter
Elektrische verwarming
6B-11B
uit
Hoge druk uitval com-
12B
pressor
Lage druk uitval com-
13B
pressor
14B
Service tijd
15B
Aanvriezing verdamper
16B
Storing compressor
De compressor is
19B
uigeschakeld
De compressor is uitge-
20B
schakeld
24B-44B
Storing compressor
Lage e ciëntie van de
95B
warmtewisselaar
96B-98B
Communicatie fout
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
RHP STANDARD_user manual_24-10
Mogelijke oorzaak
1. Verontreinigde lucht lters.
2. Overmatige weerstand van het luchtkanaal-
systeem.
3. VAV-luchtstroomregeling geselecteerd, maar
druksensoren zijn niet aangesloten.
4. Toevoerluchtventilator werkt niet goed.
1. Verontreinigde lucht lters.
2. Overmatige weerstand van leidingen.
3. VAV-luchtstroomregeling geselecteerd, maar
druksensoren zijn niet aangesloten.
4. Afvoerluchtventilator werkt niet goed.
Niet aangesloten of defecte druksensoren.
Verontreinigde buitenlucht lters.
Verontreinigde uitlaatlucht lters.
Temperatuur elektrische verwarmer is gestegen
tot boven 70 °C, omdat:
1. De toevoerluchtstroom te laag is bij een hoge
verwarmingsvraag.
2. Storing in de elektrische verwarmer.
1. De druk van het koelmiddel is te hoog als
gevolg van de temperatuursomstandigheden.
2. Koelmiddeldruk is te hoog door systeem-
storing.
1. De druk van het koelmiddel is te laag als gevolg
van de temperatuursomstandigheden.
2. Koelmiddeldruk is te laag door een systeemsto-
ring of koelmiddellek.
Tijd voor jaarlijks periodiek onderhoud.
Ontdooiing van de verdamperwarmtewisselaar
is mislukt.
Compressor is oververhit of draait niet.
Warmtepomp gestopt door onvoldoende lucht-
stroom (zie hoofdstuk "Warmtepomp").
De warmtepomp werkt niet wanneer de
buitentemperatuur tussen 15°C en 20°C ligt (zie
hoofdstuk "Warmtepomp").
De warmtepomp werkt niet of is defect.
1. Het rendement van de warmtewisselaar is
gedaald als gevolg van ongunstige temperatuur-
of vochtigheidsomstandigheden.
2. Eén of twee defecte temperatuursensoren
in de kast.
3. Luchtmenging tussen verschillende stromen.
De printplaat van de warmtepomp is buiten
werking of de aansluiting is defect.
Acties van de gebruiker
1. Controleer de lucht lters en vervang ze indien nodig.
2. Controleer regelkleppen, luchtinlaat/uitlaatopeningen.
3. Als er VAV-luchtstroomregeling nodig is, installeer dan
druksensoren en verbind kanaalgemonteerde druksensoren.
Als de VAV-modus niet nodig is, selecteer dan CAV of DCV in
de instellingen.
4. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Controleer de lucht lters en vervang ze indien nodig.
2. Controleer regelkleppen, luchtinlaat/uitlaatopeningen.
3. Als er VAV-luchtstroomregeling nodig is, installeer dan
druksensoren en verbind kanaalgemonteerde druksensoren.
Als de VAV-modus niet nodig is, selecteer dan CAV of DCV in
de instellingen.
4. Neem contact op met de bevoegde service.
Controleer de druksensoren en hun meetbereik. Als een sensor
moet worden vervangen, neem dan contact op met een
bevoegde servicevertegenwoordiger.
Vervang lters van de luchtbehandelingskast en bevestig het
bericht.
Vervang lters van de luchtbehandelingskast en bevestig het
bericht.
Als de verwarmer afkoelt, gaat hij automatisch weer aan.
1 a. Controleer de lucht lters en de luchtkanalen.
1 b. Verlaag de gewenste temperatuur.
1 c. Verhoog de intensiteit van de ventilatie.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Wanneer de kamer-/buitentemperatuur verandert of de druk
daalt, wordt de werking van de warmtepomp automatisch
hervat.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Wanneer de kamer-/buitentemperatuur verandert of de druk
stijgt, wordt de werking van de warmtepomp automatisch
hervat.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
Wis het bericht na het uitvoeren van periodiek onderhoud.
1. Voer een handmatige ontdooiing van de warmtepomp uit
(Zie 4.7.1.)
2. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Controleer de stroomonderbrekers van de warmtepomp.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
Verhoog de luchthoeveelheden.
De warmtepomp start automatisch zodra de buitentempera-
tuur verandert.
1. Controleer de stroomonderbrekers van de warmtepomp.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Het bericht verdwijnt automatisch wanneer de luchttempe-
ratuur of -vochtigheid verandert en het rendement toeneemt.
2. Controleer de metingen van de temperatuursensoren. Als
een sensor moet worden vervangen, neem dan contact op met
een bevoegde servicevertegenwoordiger.
3. Controleer de kastdeur op dichtheid en of alle pakkingen of
afdichtingsvoegen intact zijn.
1. Controleer de stroomonderbrekers van de warmtepomp.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
35

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave